woensdag 18 november 2009

Niet langer 'Sandra goes Sudbury'

Mijn blog krijgt een andere titel. Ik heb er niet lang over nagedacht, eerlijk gezegd. Het is de inspiratie van vanmorgen op de fiets, wind in de bomen en plots de waaiende gedachte dat 'Sandra goes Sudbury' heeft afgedaan. En in één moeite door dat 'En toen was er een heel heel andere school ...' de lading zoveel beter dekt. Een snelle denker ben ik niet, maar alles bij elkaar was het op een halve minuut afgehandeld.

'Sandra goes Sudbury', de reis naar Sudbury Valley School waarmee deze blog een goed half jaar geleden begon, ligt achter me. Misschien keer ik nog wel eens terug, dat valt nu niet te voorspellen. En ik kan ook niet beweren dat ik mentaal alsmaar weer op weg blijf naar het Sudbury-concept, als naar een bedevaartsoord dat je na een lange moeizame tocht op de knieën bereikt. Het Leerhuis gaat vooral zijn eigen weg, zonder voorafbepaalde eindbestemming, dus daarop kan de titel ook niet echt slaan.

Maar ik sta wel 100 % middenin de levendige realiteit van de school. 'En toen was er een heel heel andere school...', dat heeft de directheid en dynamiek van een gelukte goocheltruc. Het Leerhuis is er: enig ellebogenwerk en 'maak plaats, Systeem, schuif een eindje op, wij zijn er ook'. Klinkt die 'en toen was er ...' te veel als een sprookje? Wel, dat is het ook. Maar dan de échte sprookjes, en niet de stukgeromantiseerde Disney-versies. De sprookjes die ons zonder flauwe zoetsappigheid alles voorspiegelen wat 'des levens' en 'des mensen' is: goed, kwaad en alles daar tussenin, liefde, geluk en brute ellende, toeval en simpele pech en lang haar dat geknipt wordt.

dinsdag 17 november 2009

nieuwe computer?

Vandaag even een babbel gehad met 2 studenten over de aanschaf van een nieuwe computer. Om je een beeld te geven: studenten van het mannelijk geslacht, leeftijd 12+, eerste groeischeut achter de rug. Kortom, grote kans dat ze binnen de doelgroep 'intensieve computergebruikers' vallen. En dat doen ze ook. Bovendien staan er op computergebruik geen restricties in het Leerhuis, behalve dan de beperking dat alle studenten en stafleden het recht hebben om de beschikbare computers te gebruiken en er voortdurend afspraken worden gemaakt die iedereen daartoe een gelijke kans bieden. Dit duo brengt dus flink wat schooltijd voor een computerscherm door. Het is zelden of nooit een solitaire activiteit: aan één stuk door is er een voor een leek als ik ondoorgrondelijke uitwisseling aan de gang over skills, stamina, levels en alles wat er op de schermen gebeurt.
Maar dit terzijde en enkel om te illustreren dat mijn gesprekspartners over een degelijke expertise beschikken om de eventuele aanschaf van een nieuwe computer te helpen voorbereiden. Na wat surfen en discussiëren over eigenschappen, budgetten en de esthetiek van on/off-knopjes op computerschermen, gaat het gesprek over op meer filosofische kwesties.

Zal de wekelijkse Schoolbijeenkomst een voorstel tot aankoop goedkeuren?
Gaat het om meer dan de vraag of de aankoop binnen het schoolbudget past?
Met andere woorden: is het ook daadwerkelijk een goed idee om het aantal computers op school te vergroten?
Is het ok als de gemeenschap ervoor zorgt dat studenten nog onbeperkter dan nu het geval is tijd voor een computerscherm kunnen doorbrengen?
Dat ze minder dan nu het geval is hun computergebruik zullen afwisselen met andere activiteiten en interactie met de rest van de schoolgemeenschap?
Klopt het om via het afwijzen van een voorstel tot aankoop te proberen om studenten ertoe te bewegen minder tijd voor een computer door te brengen?

Het antwoord van het duo op al die vragen is kort en eenvoudig: ja, het is een prima idee om nog een computer aan te kopen, de mate waarin computers op school gebruikt worden rechtvaardigt dat volkomen. Bovendien houdt het schoolconcept in dat studenten niet beïnvloed, gestimuleerd of gemanipuleerd worden om bepaalde activiteiten meer of minder te beoefenen. ('Pfoeh, gelukkig maar, geweldig toch!).

We gaan over op de vraag of heel intensief computergebruik een soort verwijdering van de realiteit inhoudt, of het een manier is om minder in het reële leven aanwezig te zijn en, indien ja, of de schoolgemeenschap daaraan bijdraagt door meer computers op school te voorzien.
Het duo heeft intussen een volgend game-rondje aangevat, maar multi-tasken is voor hen geen probleem, dus er kan nog net een antwoord af. 'Ja hoor, computeren is 100 % buiten de realiteit zijn en dat is net prima. Het reële leven is interessant, maar vooral om te bekijken, niet om zelf in opgenomen te zijn.' Ze zeggen het op de grappen-en-grollende manier eigen aan hun leeftijd ('vooral geen serieuze gesprekken, please!'), maar ergens menen ze het ook wel een beetje, vermoed ik.

Dus daar blijf ik achter met de existentiële kwestie over het aankopen van een computer. Als we 'realiteitszin', niet voor niets één van de leidende principes van de school, voor ogen houden, dan komt-ie er. De eenvoudige realiteit die ieder mens van goede wil kan vaststellen dat computeren voor het gros van de kinderen en jongeren een essentieel deel van hun leven is, dat het een belangrijke bron van informatie, van kennisopname, van sociale interactie is. Meer nog, denk ik, is het hun instrument van maatschappelijke constructie. Daarmee bedoel ik: hét instrument waarmee ze zich de wereld en het leven van nu en later eigen maken, een wereld en leven die anders zijn en zullen zijn dan die van hun grootouders en ouders. Elke tijd heeft zo zijn instrumenten van maatschappelijke constructie en steevast is het de jeugd die ze hanteert. En steevast stuiten ze op wantrouwen en angst bij de oudere generaties die de nieuwe instrumenten niet als zodanig herkennen en 1000 redenen kunnen vinden waarom ze niet valabel, of zelfs ronduit schadelijk, zijn. Uiteindelijk komt het altijd weer neer op dat ene: hebben we vertrouwen in onze jongeren of niet? Geven we ze de ruimte of nemen we die houding aan die van alle tijden is en kankeren we op alles wat zogenaamd verloren is gegaan nu onze eigen generatie niet langer 'de jeugd van tegenwoordig' is?
Wat het Leerhuis betreft is het alledaagse antwoord dat die computer er komt, volgens mij. Wat het duo erover denkt, hoef ik niet meer te dubbelchecken.

vrijdag 9 oktober 2009

Deze week gehoord in het Leerhuis

Deze week gehoord in het Leerhuis:
- 'Recht is toch wel ongelooflijk interessant. Ik denk dat ik later rechten ga studeren'.
Context: Juridisch Comité, dat soms moeizaam verloopt omdat mensen heel hard aan het leren zijn om er de juiste toon en houding te vinden, om de nodige zelfbeheersing aan de dag te leggen, om fair te werk te gaan en persoonlijke gevoelens ten opzichte van anderen niet te laten meespelen in beslissingen. Bovendien wordt er buiten de zittingen veel gepraat over hoe de werking kan verbeteren, waar er moet gesleuteld worden aan regels en hoe die regels dan wel moeten geformuleerd worden.
In die context deed één van de studenten bovenstaande uitspraak. En plots ging ik me afvragen op welke gronden andere jongeren besluiten om rechten te gaan studeren. Welke concrete ervaring hebben zij met recht waardoor ze zulke studiekeuze maken? Rechten leek mij altijd de studie die ondernomen werd door jongeren die het op hun 18e nog niet goed wisten, de studie die overbleef wanneer het lijstje met mogelijkheden helemaal afgestreept was en alleen nog dat overbleef, de studie die 'nooit verloren is want je kan er veel kanten mee op'. Hoe anders is dan de keuze van de Leerhuis-student die zo gepassioneerd is geraakt door de concrete ervaring van het handhaven van orde en het toepassen van recht in een gemeenschap waarvan hij zelf deel uitmaakt dat hij er misschien wel jaren studie aan wil wijden.

- 'Ik vind deze discussie heel interessant dus ik wil er nog mee doorgaan'.
Context: Schoolbijeenkomst, iemand heeft de vraag geopperd of we de discussie over een bepaald punt kunnen afsluiten en tot stemming overgaan. Een student vindt van niet. Een hele lange tijd in de beginperiode van het Leerhuis waren discussies in de Schoolbijeenkomst dikwijls een zaak van volwassenen. Stafleden leverden enorm veel input, vanuit de noodzaak om de school op te bouwen, terwijl studenten het vaak 'geen punt' vonden, zich erg gingen vervelen, de Schoolbijeenkomst verlieten of erop aandrongen dat ze zo kort mogelijk zou zijn. Intussen is dat dus veranderd, en is de Schoolbijeenkomst meer dan eens het moment in de week waarop intens wordt gedacht en gepraat over hoe onze school in elkaar zou moeten zitten. Dat is ook wel eens verschrikkelijk vermoeiend: met veel jonge deelnemers heeft de Voorzitter er de handen mee vol om iedereen correct aan het woord te laten komen en leren dat een Schoolbijeenkomst niet de gelegenheid is om persoonlijke onderlinge frustraties of meningsverschillen uit te vechten is voor sommigen een harde dobber, maar alles bij elkaar voelt de Schoolbijeenkomst als een plek 'waar dingen gebeuren' en zo hoort het ook voor het belangrijkste beslissingsorgaan van een school.

- 'Ik heb me opgegeven als secretaris omdat ik beter wil leren schrijven'.
Context: Een student heeft zich kandidaat gesteld voor een secretaris-functie en is daarin verkozen door de Schoolbijeenkomst. Die kandidatuur heeft sommigen verbaasd, want ervaringen in een intussen ver verleden in andere scholen hebben bij haar een diepe negatieve indruk nagelaten over schrijven en lezen. Maar plots is de motivatie er wel. Het is treffend hoe mensen die vrij zijn in hun motivatie leerervaringen uitkiezen: secretaris zijn als je moeite hebt met schrijven is een enorme uitdaging en heel wat anders dan schrijfoefeningen maken in een invulboekje of een dictee neerpennen. Maar eigenlijk is zulke keuze ook wel volkomen logisch: mensen willen liefst dingen doen 'die ertoe doen', die een verschil maken, dus willen ze liefst ook leren in een levensechte context, eerder dan in de veel sterielere situatie waarin moeilijkheden in oefeningen worden gesimuleerd.

Er valt veel te horen in het Leerhuis. Soms klapperen je oren ervan, want het is niet altijd zo fraai en hartverheffend. Het doet ook wel eens pijn vanbinnen wat je allemaal hoort. Maar de mooie dingen zijn dan weer heel erg mooi en dus de moeite waard om te delen.

vrijdag 4 september 2009

Zomerslaap?

Deze blog heeft even heel heel heel stil gelegen. 3 maanden stilte, voor een blog komt dat zowat neer op klinische dood. Af en toe vroeg ik me af of ik niet iets 'moest' schrijven. Maar neen, het hoefde niet van mezelf, ik besloot te wachten op de spontane schrijfkriebel en daar is hij weer. Misschien denk je: 'Een blog over een school, toch logisch dat daar in de zomer niet veel in te vertellen valt'. Wel, naar mijn gevoel is er tussen mijn laatste entry en nu heel veel gebeurd.
De maand juni herinner ik me als hectisch en bijzonder zwaar. We hadden een vernieuwd Juridisch Comité met voor het eerst JC-coördinatoren verkozen door de schoolgemeenschap. Op zich een geweldige evolutie, maar verandering kost energie. De coördinatoren ontdekten dat hun taak een grote verantwoordelijkheid inhoudt, dat jongere studenten niet zomaar zonder slag of stoot de verschuiving in hun positie binnen de school aanvaardden, dat stafleden hen soms iets te weinig tijd gunden om in hun rol te groeien (mea culpa) en dat je als coördinator gezegend moet zijn met geduld, wijsheid en mensenkennis. We sloten het jaar af met soms woelige JC-zittingen en een paar schorsingen.
Los daarvan was er nog genoeg wat afgewerkt moest worden, hadden we net voor de start van de zomervakantie een geslaagde bezoekdag en voelde ik de vermoeidheid van een lang schooljaar op me wegen. Eigenlijk crashte ik zowat de zomer in. Toen ik eind juli na een maand heerlijk vakantie houden en uitrusten opnieuw de eerste gedachten richting Leerhuis liet gaan, voelde ik dat mijn 'goesting' op een laag pitje stond. Onrustbarend laag. Ik besloot er niet overheen te walsen, niet meteen te gaan plannen maken voor een nieuw schooljaar, maar wel tot op de bodem van mijn onvrede te duiken. Toen ik weer boven water kwam, was dat met nieuwe energie en heel veel inspiratie.
Het eerste wat ik besefte was dat ik mezelf al jaren aan het investeren ben in het Leerhuis op een manier die fysiek en mentaal ondermijnend is. Vanuit de gedachte 'ik moet de school overeind houden, we moeten groeien, het is nu eenmaal heel veel werk, enz'. Misschien kan ik het vanaf nu het Sudbury-martelaarschap-syndroom (SMS) noemen, zodat ik het beter herken als het nog een keer de kop opsteekt. Ik besloot me van het SMS te ontdoen, ik schreef voor mezelf mijn maximale engagement op, mailde het door aan de collega's en dat was dat. Knop omgedraaid.
Verder liet ik al mijn twijfels toe over het functioneren van de school. Voor de buitenwacht lijkt het waarschijnlijk alsof ik als oprichter en pleitbezorger van het Leerhuis een onwankelbare Sudbury-adept ben, maar er zijn altijd naast de vele magische momenten op school ook momenten geweest dat ik het concept niet zag werken, voor mezelf of voor de studenten. Ik schreef die dan toe aan het feit dat ik tenslotte uit traditoneel onderwijs kwam en nog een pak blokkades in mezelf te overwinnen had, of dat de studenten hun zin en richting in de school nog niet hadden gevonden en alles wel terecht zou komen. Doorheen de zomer raakte ik dat kwijt. Ik kwam tot het besluit dat als het Sudbury-concept - met SVS als grote voorbeeld en de uitgebreide literatuur erover - in plaats van een levendige inspiratie een soort carcan voor me werd, in de zin van 'dit is niet Sudbury, dat kan dus niet in onze school' of 'hier wijken we af van het concept', dat er dan iets grondig fout zat. Hoewel het misschien een beetje paradoxaal lijkt, kon ik tot dat besluit komen door mijn eigen bezoek aan Sudbury Valley. Ik heb een geweldige school zien werken met een team prachtige, bezielde mensen, het was absoluut zoals ik het me had voorgesteld, maar stilaan drong het tot me door: Sudbury is Sudbury en het werkt daar omdat je alle omstandigheden, mensen en andere factoren hebt die je er hebt. SVS is onherhaalbaar, het vertoont de bijzondere kracht van een uniek initiatief. En ik wist plots dat het voor mij niet langer zou werken om na te volgen, te imiteren, discussies te wijden aan wat Sudbury is en wat niet, dat door telkens weer te onderzoeken hoe een van buitenaf ingevoerd concept werkt ik zonder het te beseffen mijn eigen kracht kwijtraakte. Het Leerhuis is niet SVS, onze setting en omstandigheden zijn totaal anders, maar we hebben sterktes en mogelijkheden in huis die we beter zo goed mogelijk benutten. Ik merkte dat het mij ook uitputte alsmaar weer de verdediger van een soort versterkte vesting te zijn: om tegenover onbegrijpende ouders en een licht tot zwaar afwijzende buitenwacht het oh zo moeilijke Sudbury-concept telkens weer te moeten verdedigen en uitleggen. Ik vroeg me af waar ik mee bezig was als zelfs een groot deel van de ouders die zich aangetrokken voelden tot de school of ervoor kozen zoveel moeite hadden om ze te begrijpen.
En dan waren er nog mijn ervaringen met de studenten. Ik heb in die 2,5 jaar school mooie dingen zien gebeuren, maar ook hele zware, emotionele. Natuurlijk hoort dat erbij, het is inherent aan de school dat studenten in confrontatie gaan met zichzelf en zo hun identiteit vormen, maar bij sommige processen had ik twijfels, kreeg ik het gevoel dat er grenzen bereikt werden en dat het schoolconcept ook een kern van hardheid in zich heeft waar ik persoonlijk geneigd ben om meer zorg toe te passen.
Ik begin aan het schooljaar met het verlangen dat de school uitgroeit tot een lerende organisatie: met een sterk fundament dat de basiswaarden bevat waaraan niet zomaar kan worden getornd, en daarnaast met open geest en wijdopen oren, open voor evoluties binnen de schoolgemeenschap, open voor de stem van ouders. En vooral: vrij van de angst om 'niet Sudbury' te zijn en gezegend met het vertrouwen om op en top Leerhuis te zijn.
We zijn het nieuwe schooljaar ingegaan met 'Leerhuis in Reflectie' op de agenda: de komende maanden zal er in de schoolgemeenschap, in het team, met de ouders worden gepraat en nagedacht op welke manier het Leerhuis een betere en sterkere school kan worden. Daarover zal hier zeker meer te lezen vallen.
Als het een zomerslaap was al die stille blog-maanden lang, dan was het zeker een deugddoende!

maandag 25 mei 2009

Leerhuis Brussel in vuur en vlam over Juridisch Comité

Er waait plots een vlaag van evolutie en vernieuwing door Leerhuis Brussel. Je kon de signalen al wel wat eerder opmerken, maar sinds vorige maandag is alles in een stroomversnelling geraakt. Zelf had ik twee weken geleden op de Schoolbijeenkomst een voorstel gedaan om het Juridisch Comité te hervormen. Ontevredenheid over de werking die al een tijd sudderde en inspiratie opgedaan in Sudbury Valley brachten mij ertoe. Los van mijn voorstel formuleerde één van onze studenten (13 j.) tijdens een JC-zitting plots scherpe, maar heldere kritiek op hoe het Juridisch Comité functioneert. Die twee impulsen samen resulteerden in plotse hectische activiteit met als inzet een beter omgaan met ordehandhaving en klachten binnen de school.
Er was heel wat te doen om de functie van JC-coördinator die officieel zou worden in het leven geroepen als het hervormingsvoorstel door de Schoolbijeenkomst zou raken. De coördinatorsfunctie (in Sudbury Valley heet het 'JC Clerk') houdt in dat je voor 2 maanden verkozen wordt door de Schoolbijeenkomst om in elk Juridisch Comité te zetelen en een sterke rol te spelen in de afhandeling van de klachten. In Sudbury Valley School zijn het steevast studenten die dit op zich nemen. Tot nu was er voor deze functie geen enkele animo bij onze studenten, ze beperkten zich ertoe te zetelen in het JC en soms was er ook de neiging een zo klein mogelijke rol erin te spelen. Stafleden namen doorgaans een officieuze coördinatorsrol op zich.

Maar opeens ... sloeg vorige week de vlam in de pan en doken er nadat de kritische student had verkondigd dat hij zo'n JC-coördinatorsfunctie wel zag zitten meteen andere kandidaten op. Studenten klitten samen in partijen met allerlei kleurtjes en gingen spontaan campagne voeren. Af en toe namen het showelement en de opwinding het over en niet alle kandidaten leken zich helemaal bewust van de inzet van de zaak.
Anderzijds boog een werkgroepje zich nog een keer ernstig over het voorliggende hervormingsvoorstel en formuleerde een aantal amendementen.
Op dinsdag werd er besloten een extra Schoolbijeenkomst te houden. Stafleden werden meegesleurd in de hele heisa en halsoverkop werd er een verkiezing gehouden waarbij enkele van de oudste studenten het haalden. Dat de JC-hervorming nog niet het fiat van de schoolgemeenschap had gekregen en de functie van JC-coördinator eigenlijk nog niet bestond, werd uit het oog verloren.
En dan werd het na een lang Hemelvaart-weekend weer maandag, vandaag dus. Nadat eerst enkele andere punten werden afgehandeld, stond het punt van de JC-hervorming op de agenda, een tekst van verschillende bladzijden waardoor het functioneren van het JC niet ten gronde zou veranderen, maar waardoor er wel ruimte zou komen voor een sterk vrijwillig engagement van studenten, een meer democratische grondslag en helderder procedures.
Punt na punt werd er gestemd over de tekst. Over sommige punten werden nog vinnige discussies gevoerd. Heel af en toe was er onrust wanneer jongere studenten moeite hadden om de finesses van de tekst te begrijpen, al bij al was de inbreng van de studenten bijzonder sterk. De motivatie om een vernieuwd JC te creëren dat één van de steunpilaren van de school zou vormen, was bij sommigen erg voelbaar. De Schoolbijeenkomst duurde uiteindelijk 3 uur. Herhaaldelijke voorstellen om pauzes in te lassen werden telkens bij stemming afgewezen, tot uiteindelijk de volledige JC-hervorming en de rest van de agenda waren afgewerkt. Hier en daar klonken zuchten van tevredenheid, en ook van uitputting.
Uiteindelijk werd zelfs beslist dat de verkiezing die vorige week werd gehouden, geen grond had en dat de procedure deze week volgens de pas gestemde regels zou worden overgedaan. De 'verkozen' studenten stelden dit zelf voor en gingen helemaal niet in het defensief toen er kritiek kwam op de gebeurtenissen van vorige week.

Mijn collega's - stafleden en ik hebben er een heel bijzondere Sudbury-week opzitten: we zagen het schoolconcept op een intense manier werken en 'kloppen', we zagen studenten die eerder zelden of nooit een Schoolbijeenkomst bijwoonden en soms met enige overreding moesten worden opgeroepen om hun rol in het Juridisch Comité behoorlijk te vervullen bijna van de ene op de andere dag veranderen in vurige pleiters en heldere denkers, we zagen enorme betrokkenheid om te zorgen voor een sterke school waar vrijheid samengaat met orde en discipline, en we waren ook getuige van regelrecht enthousiasme bij studenten van alle leeftijden, en dat allemaal over het rechtssysteem van een school. Voor mij toont het aan dat dit soort onderwijs af en toe kleine wonderen in petto heeft: bv. hoe jonge mensen na maanden en zelfs jaren van sudderen in oude gevoelens van machteloosheid en pijnlijke onverantwoordelijkheid die cocon plots kunnen afschudden en merkwaardig volwassen en verantwoordelijk uit de hoek kunnen komen.
En het verhaal is natuurlijk niet ten einde: er wacht ons een nieuwe verkiezing voor JC-coördinatoren en JC-secretaris en daarna zullen de verkozenen en het nieuwe JC-systeem moeten bewijzen wat ze waard zijn. Voorlopig geen kans op verveling dus.

dinsdag 12 mei 2009

'Als jullie nu eens ...'

Het overkwam me onlangs en niet voor het eerst : een lang gesprek met ouders die om een bezoek aan de school hadden gevraagd dat uitliep op het besluit 'ik denk niet dat het iets voor ons kind is'. In de meeste gevallen moet je dat vertalen als 'ik denk dat als mijn kind geen duidelijke structuur en een in het oog springend aanbod krijgt van volwassenen die voortdurend kijken hoe haar natuurlijke interesses aangewakkerd kunnen worden, ze op deze school niks gaat leren'. Vele ouders voelen zich aangetrokken tot wat ze in Sudbury-onderwijs menen te zien: vrijheid voor hun kind, op het eigen ritme mogen leren, respectvol behandeld worden, aandacht voor ieders individualiteit. Maar het grootste deel onder hen wil en verwacht ook dat volwassenen permanent als taak op zich nemen het leren in goede banen te leiden en dat in dat leren grosso modo alles vervat zit wat in een gewone school op het programma staat. Terwijl de simpele waarheid is dat dat niet is wat Sudbury-onderwijs biedt en evenmin wil beloven te bieden.

Heel wat potentiële interesse in het Leerhuis knapt af op de meestal onuitgesproken gedachte dat kinderen eigenlijk niet in staat zijn om verantwoordelijkheid voor hun leren te dragen. En ouders vinden meestal bevestiging voor die gedachte in hun ervaring met hun kind(eren).
'Als je hem aan zichzelf overlaat, zal hij alleen maar tv kijken'.
'Ze is zo goed in tekenen, maar elke keer wanneer ik voorstel om haar in te schrijven op de academie, zegt ze nee'.
'Hij heeft al alle mogelijke sporten beoefend, maar nergens zet hij door, na een jaartje taekwondo wil hij gaan tennissen en daarna weer iets anders.'
'Ze vindt school wel ok, maar als ik niet elke avond naast haar ga zitten, komt er van het huiswerk niks terecht. Hoe zou ze hier dan opeens uit zichzelf gaan leren?'
'Als mijn kind niet weet dat er zoiets bestaat als procentberekening kan hij dat toch niet leren? Dat moet je ze toch aanreiken?'.

Ik kan er nog wel meer uit mijn mouw schudden, maar het geeft een idee, denk ik. Heel veel ouders hebben een gefixeerd beeld over kinderen dat zo gegroeid is doordat ze altijd alleen maar kinderen hebben geobserveerd die onder dwang een door volwassenen opgesteld lesprogramma moeten afwerken, daar doorgaans weinig vreugde aan beleven en allerlei copingmechanismen ontwikkelen om het voor zichzelf draagbaar te maken.
Bovendien hangen velen vast aan een even gefixeerd beeld over wat leren is. Logisch natuurlijk als je er zelf 15 à 20 jaar traditionele scholing hebt opzitten. Soms maakt het mensen bijna blind. Na een rondgang door ons schoolgebouw zeggen ze: 'Ja, maar als er nu ook echt leermateriaal was', waarna blijkt dat de rekenboekjes en de pedagogisch verantwoorde gezelschapsspellen die ze bedoelen stuk voor stuk in onze rekken staan.

Dan denk ik wel eens: 'Lieve ouder, staar je niet blind op materiaal. Het is niet omdat deze ene leesmethode waarover een rist deskundigen zich het hoofd gebroken hebben of gene kleurige, de fijne motoriek stimulerende bouwsteentjes in onze school ontbreken, dat de kansen op leren voor je kind in het gedrang komen'. We zouden het soms zo graag willen, dat het unieke pakketje in de aanbieding was waarmee we ons ervan zouden kunnen verzekeren dat ons kind alles zal leren wat het nodig heeft. De realiteit is dat het niet bestaat, dat leren en leven veel te complex zijn en mensen veel te verschillend. Dat kinderen vaak het pedagogisch verantwoorde materiaal wegens te eenduidig en dus saai terzijde laten liggen en letterlijk overal hun eigen interessantere leermateriaal weten te vinden.

Maar het gaat niet alleen over materiaal. Het gaat ook over de persoonlijke agenda's van volwassenen waarvan ze vinden dat de school ze zou moeten uitvoeren. Velen van ons denken dat onze eigen stokpaardjes behoren tot het standaardpakket dat kinderen en jongeren 'moeten hebben gehad'. Dikwijls gaat het om vaardigheden of kennis die in onze werksfeer van belang zijn, of pijnlijker, interesses die we zelf niet tenvolle hebben kunnen nastreven. Ik was er ook niet vrij van : dat wellicht geen van mijn kinderen ooit een fanatieke lezer wordt of iets met muziek gaat doen, zijn enkele demoontjes die ik zelf heb moeten uitbannen.
Het is ook zo dat vele kinderen een interesseveld hebben dat niet bepaald is door het typische denken van volwassenen in zinvolle kennisterreinen en dat deze laatsten daarom als oninteressant of zelfs waardeloos afdoen.

Neem een paar lukraak gekozen interesses van de studenten van het Leerhuis:
- Japanse anime-series
- de dagboeken van Kurt Cobain
- dieren in alle maten en soorten (knuffeldieren, plastic diertjes, dieren tekenen en kleien, fantasiespel met speelgoeddieren)
- gezichten op tijdschriftfoto's transformeren door er allerlei details bij te tekenen
- brood en gebak maken
- make-up en nagellak
- dialogen uit films onthouden
- korte grappige versjes schrijven
- populaire popsongs op de piano leren spelen
- World of Warcraft

Het jammere is dat hopen volwassenen na deze opsomming besluiten dat onze studenten 'niks doen'. En nog erger: niks leren. En dat ze wel zouden leren als ze uit eigen beweging in een door ons aangeboden cursus hedendaagse geschiedenis of creatief schrijven zaten of het ene stimulerende spel na het andere van de goedgevulde planken zouden pakken. Mijn conclusie is dat deze door vele ouders zo vurig gewenste vorm van leren door de meeste kinderen en jongeren enkel vertoond wordt in een omgeving waar ofwel openlijke dwang wordt gebruikt ofwel een subtielere vorm van beïnvloeden - ik noem het manipuleren - wordt ingezet. Die laatste aanpak vind ik trouwens schadelijker, want het brengt een kind ertoe te denken dat de keuze die het gemaakt heeft zijn eigen keuze is, terwijl dat niet zo is.

Wie kiest voor Sudbury moet het doen met ongepolijst leren: soms chaotisch, soms onzichtbaar, soms onbegrijpelijk, soms adembenemend mooi in zijn intensiteit en uniciteit. En zijn kind het cadeau gunnen om dit échte leren elk moment van de dag te beoefenen.

zondag 3 mei 2009

Prioriteiten

Ik heb net 'Free at Last' van Daniel Greenberg uitgelezen. Veel van wat ik erin vind, is mij erg vertrouwd, maar toch vallen er soms opeens paragrafen op die na twee jaar eigen Sudbury-ervaring een bijzondere resonantie krijgen. Deze bijvoorbeeld:
'We hebben het nooit als onze missie beschouwd om onze studenten te entertainen, ze te 'inspireren', ze ertoe te verleiden om te leren wat ze 'zouden moeten' leren. We hebben nooit vrolijkheid en geluk bovenaan ons prioriteitenlijstje gezet. In Sudbury Valley vinden we blootstelling aan realiteit belangrijker. Voor leren en groei zijn de dagelijkse strijd, de teleurstellingen, frustraties en mislukkingen net zo essentieel, zelfs essentiëler, dan het geluk en de tevredenheid die anderen zoeken.'
(Vertaald uit 'Free at Last', p. 101).
Hier kom ik zeker nog op terug.

vrijdag 1 mei 2009

Kiezen, complexer dan je denkt

Kiezen, Sudbury-onderwijs is ervan doordrongen. Je kan het beschouwen als een permanente bewuste en onbewuste keuzetraining. In het gewone onderwijs is het geen vak en ook binnen de gebruikelijke vakken komt het weinig aan bod. Ik herinner me van de tijd dat mijn eigen kinderen op gewone en licht alternatieve scholen zaten dat keuze zich doorgaans beperkte tot de vraag of je je contractwerk op dinsdag al af had of het op vrijdag nog snel moest afhaspelen, of je een nieuwjaarsbrief met engeltjes of met besneeuwde kerstbomen wou - de optie 'geen nieuwjaarsbrief' behoorde helaas niet tot de mogelijkheden - en later of het in het 1e middelbaar moderne of Latijnse werd. Tot daar de keuzes.
Van jonge mensen wordt vaak gedacht dat ze niet in staat zijn om voor zichzelf keuzes te maken, of toch niet de zo belangrijke keuze wat ze zullen leren of doen op school. Er wordt van uitgegaan dat ze de gemakkelijkste weg zullen kiezen en heel veel dingen zullen gemist hebben aan het eind van hun studietijd. Anderzijds wordt er wel impliciet verondersteld dat iemand die de volwassen leeftijd heeft bereikt - ondanks het gebrek aan doorgedreven oefening in keuzes maken - perfect in staat is om alle belangrijke beslissingen te nemen waar een leven als volwassene je voor stelt. Onlogisch, als je het mij vraagt.

Kiezen wordt binnen Sudbury-onderwijs verheven tot een kunst die voortdurend moet worden be- en geoefend. En het gaat dan niet alleen om de grove keuzes van: waar hou ik me vandaag zoal mee bezig, ga ik naar buiten of blijf ik binnen, wanneer eet ik, met wie wil ik tijd doorbrengen? Elke grove keuze splitst zich op in een fijnmazig net van talloze kleinere keuzes. Er is immers geen enkele 'voorgeprogrammeerdheid' in de zin van een vast lessenrooster, een klasindeling die je ertoe veroordeelt het grootste deel van de dag met leeftijdsgenoten door te brengen en een dagritme waarbij leren, - of beter, onderwezen worden - vrije tijd en eten elkaar onverbiddelijk opvolgen, zin of geen zin, honger of geen honger.

Een eerste categorie van keuzes betreft het terrein van activiteiten. Beslist een Sudbury-student bv. om tijd door te brengen in de crearuimte, dan volgt daar een hele resem keuzes op: ga ik kleien, tekenen, met waterverf schilderen, met parels werken of nog wat anders, ben ik een half uur of een halve dag bezig, wat voor onderwerp kies ik om te tekenen/ kleien/ schilderen en hoe werk ik het uit, splits ik mijn creatief proces op in stukjes gespreid over de dag of meerdere dagen of werk ik het in één ruk af enz. enz. Een groot deel daarvan gaat onbewuster dan ik het hier heb opgesomd, maar onvermijdelijk zitten al deze keuzes erin vervat. En zo gaat het voor elke activiteit die in één schooldag wordt ondernomen.

Een tweede domein van keuzes maken gaat over het sociale: met wie ga ik dingen doen, met wie ga ik praten, is leuk gezelschap belangrijker voor me dan 100 % van de tijd datgene doen waar ik mijn zinnen op gezet heb, hou ik me meestal met dezelfde vertrouwde mensen bezig of probeer ik ook eens iemand te leren kennen met wie ik eerder weinig contact had, die een stuk jonger of ouder is dan ik, als ik iets in een ruimte ga doen, ga ik dan gezellig aansluiten bij iemand die er al zit of kies ik ergens een plekje in mijn eentje, als ik hulp of feedback nodig heb, vraag ik die dan aan een staflid of een medestudent, etc.

Een derde vorm van kiezen betreft het mee besturen van de schoolgemeenschap. Ga ik naar de wekelijkse schoolbijeenkomst - een keuze die week na week opnieuw moet worden gemaakt -, indien ja neem ik actief deel aan discussies of beperk ik me tot de momenten van stemming, wanneer ik in het Juridisch Comité zetel ben ik dan een actief lid of observeer ik eerder en laat ik anderen het proces bepalen, stel ik me kandidaat voor bepaalde verkozen functies, enz.

Een laatste terrein van keuzes maken heeft specifiek betrekking op leerprocessen (hoewel het domein van activiteiten, het sociale domein en het bestuursdomein op zich natuurlijk ook vol leerprocessen zitten). Dat gaat dan over: welke elementen waarover ik meer wil weten, pik ik uit de zee van kennis die voortdurend rond mij deint, welke vragen stel ik erover en aan wie, hoe diepgaand is de kennis die ik wil, wanneer is het goeie moment om iets te leren, laat ik bepaalde kennis of een competentie die ik wil verwerven eerst een tijdje in de lucht hangen omdat ze me ook afschrikt of ga ik er recht op af, welke middelen gebruik ik om mijn doel te bereiken etc.

Als je het zo bekijkt is kiezen ontzettend complex. Het vereist vaardigheden die betrekking hebben op iemands totale persoon en het draagt zo bij tot de vorming van de hele persoonlijkheid. In kiezen:
- wordt de eigen individualiteit geëxploreerd en opgebouwd.
- worden haalbaarheid en grenzen afgetast.
- wordt verbinding met anderen in de hand gewerkt.
- ontstaat zelfkennis en vertrouwen.
Het klinkt abstract maar misschien kan ik het met een eenvoudig voorbeeld dat me deze week in het Leerhuis opviel, illustreren.
Eén van onze jongste studenten besloot te kleien. Hij begon aan een constructie die alsmaar ingewikkelder werd en liet weten dat het een zwembad was. Ergens halverwege besloot hij dat het een restaurant werd, maar later liet hij dit idee los en bleef het toch een zwembad. (= expressie van zijn individualiteit).
Op sommige momenten moest hij technische moeilijkheden overwinnen: hoe dicht ik gaatjes in mijn bouwwerk, hoe zorg ik dat het overeind blijft, hoe repareer ik een breuk in klei die al opgedroogd is, hoe verplaats ik het geheel? (= aftasten van haalbaarheid en grenzen).
Een ander kind werd aangetrokken tot zijn bezigheden, begon ook te kleien en leverde een eigen bijdrage aan het zwembad. Hierover ontstond gesprek en uitwisseling (= verbinding vormen).
Na enkele werksessies was het zwembad af, de student had ontdekt dat hij zijn project tot een goed einde kon brengen en was er tevreden over. (= zelfkennis en vertrouwen).

Wie voor het eerst hoort over Sudbury-scholen betwijfelt soms of je er iets leert, of kinderen er niet lui en dom worden. Leren door kiezen is één van die - dikwijls grotendeels onzichtbare, maar heel krachtige - bronnen van leren die Sudbury-onderwijs rijk is.

maandag 27 april 2009

Wegens succes verlengd!

Een weekje verder, veilig weer thuis en opnieuw helemaal ondergedompeld in Leerhuis Brussel, zo staan de zaken ervoor. Ik kan me niet langer uitgeven voor staflid Sandra, live from Sudbury Valley, dus wat met deze blog? Hij heeft heel wat reactie losgemaakt, mensen mailden me, spraken me aan, stuurden de link door naar anderen. En ik hou ervan om hem te schrijven. Dus ... lijkt het logisch om ermee door te gaan. Voortaan live uit het Leerhuis. Maar ... er is een grote maar. Een blog in het Nederlands schrijven over een Amerikaanse school op enkele duizenden kilometers van Vlaanderen is heel wat anders dan elke geïnteresseerde een inkijkje geven in een initiatief waar je zelf middenin zit, waarbij stafleden en studenten herkenbaar kunnen zijn, zelfs al noem je hun namen niet. Dat voelt niet helemaal koosjer. Als staflid heb ik het vertrouwen van mijn collega's en van de studenten en dat wil ik natuurlijk niet zomaar te grabbel gooien. Het leek me wijs om het even aan te kaarten binnen de schoolgemeenschap, dus vandaag kwam het op de agenda van de Schoolbijeenkomst (dit is onze benaming voor wat in Sudbury Valley 'School Meeting' heet). Vooral de mening van de studenten leek me van doorslaggevend belang. Wat bleek: ze hebben weinig angst dat hun privacy zal worden geschonden en als ik niet te veel in detail rapporteer over hun doen en laten op school krijg ik carte blanche om deze blog verder te zetten.
Waarschijnlijk zal het erop neerkomen dat ik zelf een grotere discretie aan de dag zal leggen over het schoolgebeuren dan zij nodig achten. Binnengluren in het Juridisch Comité op dinsdag en vrijdag of getuige zijn van de geweldige evolutie van student x of y kan ik jullie dus niet beloven, wel wat mijn aanwezigheid in het Leerhuis oproept aan reflectie over Sudbury-onderwijs, leren, opgroeien in vrijheid en verantwoordelijkheid. Het zal wellicht een evenwichtsoefening worden af en toe, want reflectie is natuurlijk gebaseerd op concrete ervaringen en observaties. Maar ook als volwassenen zijn we het gewend leerprocessen door te maken in het Leerhuis. Ik heb er alle vertrouwen in.

zaterdag 18 april 2009

Stafleden: soms overbodig, toch nodig

Wanneer je de kinderen in Sudbury Valley urenlang buiten ziet spelen, op de schommels, fietsend, rennend, wanneer je door de centrale zitruimte stapt waar voortdurend groepjes jongeren in geanimeerde gesprekken hun kijk op 1001 onderwerpen bijstellen, dan weet je het wel: jonge mensen kunnen perfect opgroeien zonder dat ze de hele tijd omkaderd en omringd worden door volwassenen. Stafleden zijn erg betrokken, maar vaak zijn ze ook een flink stuk van de schooldag afwezig in het leven van een kind. Omdat het volledig opgaat in spel met andere kinderen waarbij een volwassene in de weg zou lopen of de boel overnemen. Omdat het alleen en in gedachten verzonken over de grasvelden slentert en geen gezelschap hoeft.
Voor volwassenen die gewend zijn om te sturen, begeleiden en stimuleren is dit onthutsend, frustrerend, confronterend. Maar het is wel zo. Volwassenen nemen in Sudbury Valley enerzijds een belangrijke rol op zich als rolmodellen en bewakers van het schoolconcept. In de School Meeting en het Juridisch Comite bijvoorbeeld merk je dat stafleden niet de leiding op zich nemen, maar wel aan een soort procesbewaking doen. Dikwijls zijn het hun kritische vragen en opmerkingen die voor een sfeer van alertheid en reflectie zorgen.
Anderzijds stellen ze zich bescheiden op. 'Hoe ze leren lezen? We weten het niet', zegt 1 van de stafleden. Eigenlijk onderscheidt Sudbury-onderwijs zich op dit punt van het gros van de methodescholen. Meestal wordt er in methode-onderwijs uitgegaan van een visie op leren die erin bestaat dat we precies weten hoe kinderen leren, wat ze wanneer behoren te leren en welke methodieken en materiaal gebruikt moeten worden om dit te stimuleren. Sudbury-onderwijs gaat uit van de gedachte dat we niet weten hoe een kind leert en wat het moet leren, en dat het kind dit zelf bewust of onbewust weet. Sudbury kan je daarom misschien de methodeschool zonder methode noemen. Durven vertrekken van niet-weten in een tijd waarin voor alles liefst harde wetenschappelijke bewijzen op tafel komen wil je ernstig genomen worden, vergt veel moed. Gelukkig vormen de rijpheid van de adolescenten die deze school buitenstappen en de succesvolle levens die de meesten elk op hun manier leiden, het wandelende bewijs.

donderdag 16 april 2009

Vergader-marathon

Nog zoiets: in een Sudbury-school weet je nooit van tevoren wat de dag zal brengen. Mij bracht-ie vandaag de ene vergadering na de andere.

Vergadering 1 was het obligate Juridisch Comite. Dat begint stilaan te wennen, behalve dan de voedingswaren die er elke dag worden binnengebracht: na de paaskuikentjes van suiker van gisteren waren het vandaag warme kaassandwiches met augurken em chips erbij die de 'Music Corporation' verkocht om geld in te zamelen. In de school zijn allerlei Corporations actief, dit zijn groepen van studenten en stafleden die eenzelfde interesse delen, regels opstellen over het gebruik van materiaal en ruimtes die verbonden zijn aan die interesse en geld inzamelen of aan de School Meeting vragen om nieuw materiaal te kopen en activiteiten te organiseren. De Music Corporation doet elke week aan fundraising, muziekinstrumenten kosten handenvol geld en de school heeft op dit vlak faciliteiten om u tegen te zeggen: een kleine opnamestudio en een repetitieruimte die volledig geluiddicht zijn gemaakt, een groot drumstel, elektrische en akoestische gitaren, kleinere percussie-instrumenten enz. Dit is het mekka van een aantal door muziek gebeten tieners en ook jongere kinderen en een staflid. Ze schrijven zelf liedjes, maken opnames en geven af en toe optredens voor de school en de ouders.

Vergadering 2: de School Meeting, die vandaag door een 40-tal studenten en stafleden werd bijgewoond. Na de uitzonderlijke Meeting eerder op de week keek ik uit naar het vervolg van de diefstalaffaire. Zou er besloten worden dat bij een nieuw geval van diefstal van een bijzonder waardevol voorwerp het mogelijk zou zijn dat een Comite van studenten en stafleden de persoonlijke bezittingen van leden van de schoolgemeenschap zou kunnen doorzoeken om de zaak zo snel mogelijk op te lossen zonder tussenkomst van de politie? Ik verwachtte dat er een grote opkomst zou zijn voor dit punt en dat het een flinke discussie zou vergen voor het tot stemming zou komen. Verrassend genoeg bleek dat niet het geval. De vergadering liep al op haar eind toen het punt behandeld werd, het aantal deelnemers was flink uitgedund ten opzichte van het begin en het punt werd zonder dat er nog veel nieuwe argumenten aangebracht werden, goedgekeurd. Iedereen leek zich erbij neer te leggen dat enige persoonlijke vrijheid opgeven en in een uitzonderlijk geval door een medestudent of staflid gefouilleerd worden ruimschoots te verkiezen is boven een politie-interventie op school.
Waar kroop dan wel alle tijd in van deze 2 en een half uur durende bijeenkomst? Tot mijn verrassing werd het grootste deel opgesoupeerd door het wekelijkse verslag van het Juridisch Comite en zaken die ermee samenhingen. Ik kwam tot de vaststelling dat dit geenszins een formaliteit is. Zoals ik gisteren al aangaf kan de Schoolbijeenkomst beslissingen van het Comite in vraag stellen en dat gebeurde ook effectief. Een staflid vond dat het ongehoord was dat de jongen die een meisje herhaaldelijk met grove seksistische opmerkingen lastiggevallen had - een zaak die ik gisteren vermeldde - er zo licht vanaf kwam. Na heel wat discussie draaide het erop uit dat de jongen voor onbepaalde tijd geschorst werd. Schorsing - voor een dag, enkele dagen, onbepaalde tijd, soms zelfs tot het einde van het schooljaar - is in Sudbury-scholen een veel gebruikte manier om een lid van de schoolgemeenschap duidelijk te maken: 'dit is een brug te ver, als je je op deze manier gedraagt, kan je geen deel uitmaken van de gemeenschap, maak gebruik van de tijd die we je opleggen om na te denken of je echt voor deze school kiest en kom ons dan vertellen hoe je het denkt aan te pakken'. Voor een geschorste student kan terugkomen is er een gesprek met ouders en student nodig, dat wordt geleid door een staflid en een oudere student. Bovendien moet de student in sommige gevallen ook zijn of haar terugkeer bepleiten bij de School Meeting.
Wat mij in deze vergadering trof is de enorme zorg en betrokkenheid om zowel het welzijn en voortbestaan van de gemeenschap als het welzijn en de ontwikkeling van de student. De opmerkingen die mensen hadden over de door het JC opgelegde sancties leken totaal niet ingegeven door de behoefte om iemand zwaar te straffen of door een soort wraakzucht, wel door de bekommernis dat de school een veilige en aangename plek zou blijven en de student in kwestie zou leren wat aanvaardbaar gedrag is in een gemeenschap. Dit bleek uit allerlei dingen: wanneer een sanctie te licht werd bevonden, deden telkens verschillende mensen een voorstel voor een alternatief en omkleedden dat zorgvuldig met argumenten; er werd ernstig nagedacht over wie de beste keuze zou zijn uit de stafleden en de studenten om het terugkeergesprek na schorsing te leiden. Voor de grofgebekte student werd het bijvoorbeeld belangrijk gevonden dat er een oudere studente bij dit gesprek zou zijn.
Het punt dat mij in dit opzicht het meest van al bijblijft is dat van een jongen, prille tiener, die na een terugkeergesprek na schorsing voor onbepaalde duur de toestemming vroeg aan de School Meeting om opnieuw deel te kunnen uitmaken van de schoolgemeenschap. De jongen nam vooraan plaats naast de Voorzitter en kon door alle deelnemers bevraagd worden over zijn motivatie om terug te keren. Al snel werd duidelijk uit de vage antwoorden die hij gaf dat hij niet echt tot inkeer was gekomen over zijn gedrag en al een hele tijd bezig was voortdurend als een aal tussen de mazen van het net door te glippen. Blijkbaar had hij een historiek van klachten over situaties waarin hij zonder ingrijpen toekeek op dingen die echt niet door de beugel konden en geen enkele blijk gaf van solidariteit of behulpzaamheid ten opzichte van medestudenten, met herhaaldelijke schorsingen als gevolg. De jongen bleef stoicijns en mompelde alleen maar wat als reactie op de indringende vragen van de vergadering. Mensen spraken harde maar eerlijke woorden, je voelde een sterke emotionele betrokkenheid in de lucht hangen. De sprekers probeerden de boodschap over te brengen: we geven het niet op met jou, we willen dat je er bent en dat je gedrag gaat stellen waaruit blijkt dat je het onderscheid tussen goed en kwaad kan maken en voor het eerste kiest, maar we zien dat je niet echt de klik hebt gemaakt en er resten je niet veel kansen meer. De jongen bleef er echter onaangedaan en zwijgend bijzitten en de vergadering besliste dat hij voorlopig niet kon terugkeren. Exit School Meeting en terug naar huis.
Als toeschouwer kom je dan tot de slotsom: dit is een verdomd moeilijke en strenge school. Niet omdat ze verwacht dat je je te pletter studeert en presteert, maar wel dat je naarmate je opgroeit laat zien dat je je ontwikkelt tot iemand die volwaardig lid kan zijn van een gemeenschap en blijk geeft van mededogen en verantwoordelijkheidszin. Sommigen hebben op dit vlak bijzonder zware lessen te leren, maar maken uiteindelijk een evolutie door in gunstige zin, anderen halen het niet en moeten uiteindelijk de school verlaten. Uit gesprekken in de wandelgangen blijkt telkens weer hoe vooral stafleden blijven hopen dat iemand zal bijdraaien, omdat hij of zij zo slim, of schrander, of getalenteerd of veelbelovend is. Er wordt hier geloofd in kinderen en jongeren, je belandt niet gauw in de categorie van outcasts waar in reguliere scholen op de duur een soort verveelde minachting over ontstaat. Anderzijds krijgen mensen hier ook niet eindeloos krediet, als het geduld van de gemeenschap op is, moet je onherroepelijk de school verlaten.

Vergadering 3: was een intakegesprek dat een staflid had met ouders en een meisje van 7 en waar ik bij mocht zijn. Zelf heb ik er in twee jaar tijd in het Leerhuis ook al heel wat gesprekken met ouders en kinderen opzitten, dus het was fijn om onze manier van werken te toetsen aan die in Sudbury Valley. Het staflid nam geen blad voor de mond en vertelde volkomen eerlijk waar het op stond: uw kind zal hier voornamelijk spelen, kan u daarmee om? Sommige kinderen lezen hier pas wanneer ze 10 zijn, ziet u dat zitten? Je kan hier elke dag snoep kopen, ok voor u? Er zijn computers en de tijd dat uw dochter er gebruik van maakt zal niet beperkt worden, bent u zich daarvan bewust? Nieuw voor mij is dat er gepeild wordt naar de mate waarin de omgeving van het gezin ondersteunend zal zijn in hun keuze. Is er tegenstand van grootouders, andere familie? Sudbury-onderwijs kiezen voor je kinderen is een stap die je kwetsbaar maakt voor de afkeuring en kritiek van velen, dat ondervind ik zelf ook aan den lijve, dus het is goed als je vooraf probeert in te schatten hoe sterk dat zal wegen en of je ertegen kan. Deze ouders blijken absoluut voorbeeldig: ze staan volledig achter het schoolconcept en geven geen krimp onder de prikkelende vragen van het staflid. Na afloop vertelt ze mij dat dit uitzonderlijk is: de meeste ouders komen met een eerder vaag idee van waar de school voor staat op gesprek, velen worden aangetrokken door het feit dat Sudbury Valley 1 van de goedkoopste prive-scholen is die je kan vinden. Tja, dan ziet de situatie in ons land, waar prive-scholen zowat onbestaande zijn en betalen voor onderwijs bijna onfatsoenlijk wordt gevonden, er heel anders uit.

Zo, na al dat vergaderen, luisteren, observeren - en ook nog een ellenlange blog schrijven - heb ik er een dag hard werken opzitten. Meer dan ooit besluit ik echter dat dit het werk is dat ik liefst nog heel lang wil doen.

woensdag 15 april 2009

Juridisch Comite: vrolijke chaos en efficientie zijn geen tegengestelden

Een stukje over het Juridisch Comite had ik al in het vooruitzicht gesteld en vandaag is het dan zover. Het JC is voornamelijk samengesteld uit studenten, er is normaal gezien maar 1 staflid bij aanwezig. Er zijn telkens twee studenten die gedurende drie maanden vrijwillig de functie van 'JC Clerk' waarnemen, zij hebben een centrale functie in het geheel en zorgen ervoor dat alle kwesties die dag na dag op het bord van het JC belanden, worden afgehandeld. De andere studenten in het JC zijn voor een maand gekozen uit verschillende leeftijdsgroepen binnen de school, met de bedoeling een representatieve vertegenwoordiging van de schoolgemeenschap te vormen. Vanaf een bepaalde leeftijd moet elke student af en toe in het JC zetelen, daar valt niet onderuit te komen. Het Comite komt elke dag bijeen om 11u en handelt 1 na 1 de klachten af die studenten of stafleden hebben ingediend tegen andere studenten of stafleden.
Eerst wordt de zaak uitgespit samen met klager en beklaagde en eventuele getuigen, tot er een geschreven versie van de feiten op tafel ligt waar alle betrokkenen het over eens kunnen zijn. Dan oordeelt het JC of er schoolregels werden overtreden en welke precies. Op dit punt ondertekenen klager en beklaagde de geschreven afhandeling van de klacht. Vervolgens bepaalt het JC de strafmaat.
Wanneer een zaak niet kan uitgeklaard worden binnen het kader van een JC-zitting, wordt 1 van de leden belast met een onderzoek. Hij of zij krijgt dan het mandaat om eender welke student of staflid uit te vragen naar informatie die tot opheldering kan leiden en brengt verslag uit op een volgende zitting.
De Schoolbijeenkomst heeft een soort ultieme supervisie over de werking van het JC: het verslag over de werking van het JC is elke week het eerste punt op de agenda van de Schoolbijeenkomst. Meer dan eens gebeurt het dat er bedenkingen zijn bij bepaalde beslissingen.
Dat wat de technische kant van de zaak betreft. Gortdroog, ik geef het toe. Maar hoe vertaalt het zich in de praktijk? Wel, verrassend anders dan ik me had voorgesteld.

Voor een deel hangt mijn verrast zijn samen met de ervaring in het Leerhuis. Onze ervaring was aanvankelijk dat het ontzettend moeilijk was om op een gestructureerde, heldere manier klachten te behandelen, voor een flink deel wegens de algehele weerstand van de studenten tegen dit schoolorgaan: ze vonden het bedreigend, saai, hadden eindeloos veel moeite met het toegeven van regelovertredingen, emotionele uitbarstingen waren schering en inslag. Elke tendens naar meer afgebakende procedures stuitte op verzet en zelfs de benaming Juridisch Comite was genoeg om de gezichten op onweer te laten staan. Even probeerden we een andere weg in te slaan, herdoopten we ons JC tot 'Onderzoekskring' en zaten we geregeld allemaal samen om op een meer informele manier zonder vaste procedure grieven te bespreken, maar ook dit bleek niet echt te werken. Dus toch maar weer een JC. Vooral bij de studenten die het langst in de school aanwezig zijn, is intussen het besef doorgedrongen dat het JC nodig is en dat het niet het einde van de wereld is om te zeggen 'Ja, ik heb een regel overtreden'. Ze blijven het saai werk vinden, maar hebben anderzijds geen beter alternatief om te zorgen voor een sfeer van orde en gelijkwaardigheid. Sinds een tijdje zitten we opnieuw sterker in de denkoefening van formeler werken met nog helderder en eenduidiger procedures, vanuit het gevoel dat het de werking van het JC zou optimaliseren.

Met deze ervaring op zak stapte ik maandag de statige 'JC Room' met de donkere houten lambriseringen binnen. En kreeg ik de schok van de week. Het bleek er helemaal anders aan toe te gaan dan het beeld dat ik in mijn hoofd gecreeerd had. Ik verwachtte een zakelijke sfeer en een strikte afhandeling van klachten volgens strakke procedures. Maar hoe had ik dit eigenlijk kunnen verwachten? Hoe kan je, om het scherp te stellen, verwachten dat een orgaan dat grotendeels drijft op het werk van een stel non-conformistische tieners in een school waar snelle humor en onomwonden taalgebruik het handelsmerk van velen zijn, een strakke, zakelijke bedoening is? Eigenlijk sta ik nog steeds versteld van het dubbele en, als je wil, extreme in de manier van werken binnen dit JC.
Wat bedoel ik daarmee? Wel, enerzijds zie je dit: een waarschuwend bordje op de deur met 'JC in Progress'erop. Buitenblijven, zou ik dan denken. Niets is minder waar. JC-zittingen zijn in principe openbaar en iedereen neemt dat ook heel letterlijk. Zowat elke twee minuten gaat de deur open en waait er wel 1 of meer studenten binnen, van alle leeftijden behalve de allerjongsten. De ene ploft in de sofa, de andere vouwt zich dubbel op de vensterbank, een derde leunt tegen de boekenkasten. Eentje heeft een doos eetbare gele paaskuikentjes bij en deelt die uit aan wie er zin in heeft. Ook al zetelen deze studenten niet in het JC, het weerhoudt hen er niet van om commentaar te leveren op de werking. Geregeld wordt er afgeweken van de zaak in kwestie en gaat het over totaal niet terzake doende dingen waar hartelijk om gelachen wordt. Sommige 'binnenwaaiers' zijn amper een minuut in de kamer of ze verdwijnen alweer, andere blijven langer. Het lijkt erop dat dit volkomen aanvaardbaar is: even een kijkje komen nemen of er iets interessants aan de gang is, even komen sympathiseren met je vriend of vriendin die 'on duty 'is of een stukje van je lunch komen uitdelen aan de handhavers van orde en tucht. Bovendien is er ook een af- en aangeloop van sommige leden van het Comite: zij nemen het op zich om studenten te gaan zoeken die in een zaak moeten verschijnen, een niet altijd eenvoudige klus in een school waar iedereen de hele dag vrij beweegt.

Maar dit is enkel het oppervlakkige beeld dat je krijgt als je niet goed oplet wat er echt aan de gang is. Wat er echt gebeurt is: dat klachten daadwerkelijk afgehandeld worden, dat zowel klagers als beklaagden doorgaans bijzonder sportief en ontspannen meewerken en dat heel de werking berust op een solide en betrouwbare structuur die de hele tijd op de achtergrond aanwezig is. Hoe kan het dat in die schijnbaar chaotische setting toch resultaten worden geleverd? Mijn hypothese is: omdat Sudbury-studenten door de aard van de school vanzelf leren om te filteren en te focussen en blijkbaar perfect in staat zijn om ondanks ruis op de achtergrond resultaatgericht te werken. Soms lijkt het zelfs alsof de vrolijke chaos hen de energie levert om zich van hun taak te kwijten. Tussen kleine babbels door zit 1 van de 'JC Clerks' een zaak samen te vatten en leest ze opeens in enkele heldere zinnen voor waar het om draaide. Is iedereen het eens met deze formulering? Handen gaan de lucht in en hup, ze staan weer een stap verder. Wanneer een student even onvindbaar is, wordt er naar een andere zaak overgestapt, op sommige momenten liggen er twee klachten tegelijk op tafel en wordt er vlot van de ene naar de andere omgeschakeld. Ook de betrokkenen in de afzonderlijke zaken lijken daar geen moeite mee te hebben.

En dan is er de houding van de betrokkenen. Die kan ik het beste met enkele voorbeelden illustreren.
Voorbeeld 1: een meisje van 14 en een jongen van zowat dezelfde leeftijd zijn respectievelijk klager en beklaagde in een zaak. De jongen heeft in de loop van een dag het meisje verschillende keren in tamelijk grove bewoordingen geplaagd, zij nam er aanstoot aan en diende een klacht in. Bij de bespreking zitten beiden elk aan 1 kant van de sofa, er kan gelachen worden om de hele zaak, ook bij de JC-leden is er gegniffel, maar desondanks voel je dat de klacht ernstig wordt genomen. Het draait erop uit dat de jongen een dag lang enkel op de bovenverdieping van de school mag zijn en het meisje de hele dag niet mag aanspreken. De jongen zucht en kreunt even dramatisch bij het vooruitzicht van deze beperkingen, maar aanvaardt het verder zonder morren.
Voorbeeld 2: twee jongens, 12 en 14. De jongste racete op een skateboard een helling af, de oudste deed alsof hij hem de weg versperde, wat ertoe leidde dat de ander hem niet kon ontwijken. In de crash die daarop volgde bezeerde de oudste zich lelijk. Na een flinke bespreking worden beiden aangeklaagd wegens inbreuk op de persoonlijke veiligheid en krijgen ook beiden een maatregel opgelegd. Allebei nemen ze het grootmoedig op en verwijten ze elkaar niks, hoewel de ene nog de sporen van de valpartij draagt en de ander zich gehinderd voelde in zijn bezigheden.
Voorbeeld 3: een jongetje van 4 moet verschijnen wegens onveilig gedrag, hij reikt nauwelijks tot aan het tafelblad en staat met grote ogen wat tegen de muur te draaien. Een van de 'JC Clerks', een jongen van 15, legt geduldig uit hoe de klacht luidt. Met eenvoudige vragen: 'Heb jij dit gedaan?', 'Wat gebeurde er daarna?', 'Snap je dat dat gevaarlijk was voor X?' leidt hij de beklaagde door de bespreking. Met enkele woorden en schuchtere knikken betuigt het kind zijn instemming. Ja, ok, hij pleit schuldig.
Op drie dagen tijd heb ik geen enkel geval gezien waar de gemoederen hoog opliepen, telkens opnieuw klinkt een ontspannen 'Guilty' op de vraag 'How do you plead?' en aanvaarden beklaagden het vonnis dat over hen geveld wordt. Er wordt wel eens geprutteld en gezucht over een maatregel en dan volgt er soms een korte nabespreking over de reden waarom er vrij streng wordt opgetreden, maar niemand neemt JC-leden hun standpunten en beslissingen kwalijk en niemand voelt zich geviseerd of veroordeeld.

Stafleden met wie ik mijn bevindingen over het JC bespreek, zeggen stuk voor stuk dat het JC er op dit moment chaotischer aan toegaat dan normaal. Dat ligt aan het feit dat er net nieuwe 'JC Clerks' hun taak hebben opgenomen voor een periode van 3 maanden en dat zij nog niet gerodeerd zijn in het werk. Maar niemand tilt daar zwaar aan, iedereen aanvaardt grootmoedig dat mensen kansen moeten krijgen en dat alleen oefening tot expertise kan leiden. Oefening krijgen deze studenten trouwens vanaf jonge leeftijd. De allerjongsten in het Comite houden zich doorgaans gedeisd, maar absorberen wel de werking, de over en weer gaande besprekingen, het goochelen met regels en ethische principes en worden zo na jaren op hun beurt experts. De stevige juridische structuur die in de loop van meer dan 40 jaar werd opgebouwd helpt hen daarbij. Het JC heeft altijd de schoolregels bij de hand om op terug te vallen, er zijn eenvoudige formulieren voor het indienen van klachten en het dagelijks uithangen van maatregelen aan een prikbord, er is zelfs een overzicht waarin je de 'record', het overzicht van sancties die een bepaalde student opgelopen heeft in de loop van het schooljaar, kan opzoeken, wat belangrijk kan zijn voor het bepalen van de strafmaat.

Mijn besluit: Sudbury Valley's JC is een goed geoliede menselijke machine, met soms dat tikje prettige gestoordheid dat door de school waart, het gaat er fair aan toe waardoor iedereen er algemeen gesproken solidair aan meewerkt. Je hebt er een snel en alert brein voor nodig, maar heel wat studenten geven er blijk van daar ruimschoots over te beschikken.

Wees jezelf!

Het klinkt melig en we hebben het al te vaak gehoord, misschien is het wel het credo van een tijd waarin alles en iedereen geemancipeerd en empowerd moet worden: wees jezelf! Scholen kunnen er trouwens ook wat van: zowat alle scholen gaan er in brochures en op websites prat op dat ze geen nummers kweken maar unieke individuen. Tot op het moment dat er echt een individu de school binnenstapt: dan klinkt het plots dat 'wenkbrauwpiercings niet toegestaan zijn in onze school' of dat deze leerling in het autismespectrum valt.
In Sudbury Valley kan je overal rond je zien wat 'wees jezelf' echt betekent. Om te beginnen gaat het over uiterlijk: mutsen en mutsjes, hoeden en sjaaltjes die zowel binnen als buiten worden gedragen, boodschappen op de voorkant (No, I will not fix your computer)of de achterkant (State Prisoner) van t-shirts en hemden, doodgewone outfits, inktzwarte gothic met vervaarlijk hoge plateauzolen, bontgekleurde haren, piercings, scheuren in elk denkbaar kledingstuk, typische tienerlooks met de juiste sneakers, meisjes met lange wuivende haren en filmsterallures, kortom, you name it en je vindt het binnen de schoolmuren.
Vooral voor jongeren is het levensbelangrijk, doodgewoon op school te mogen verschijnen als de hoogstpersoonlijke creatie die ze zijn. Het eerste wat een 14-jarig meisje bij een kennismakingsbezoek in Leerhuis Brussel vroeg was: 'Mag ik zo naar school komen?' Ze droeg een broek met een scheur op de knie, een zwart mutsje op het hoofd met de kap van een donkere sweater er overheen getrokken. Ja, het mocht.

Maar jezelf zijn gaat natuurlijk veel verder dan looks, en ook dat merk je in Sudbury Valley. Er worden geen types gekweekt. Sommige kinderen zijn kwikzilverige spraakwatervallen, andere zitten alleen aan een tafeltje langzaam en dromerig hun lunchbox leeg te eten, sommige tieners zijn het middelpunt van razendsnelle gesprekken, andere lijken bedachtzaam of bewegen zich aan de periferie van de dingen. Het bijzondere is dat de normen van vlotheid, snelheid en efficientie die zo kenmerkend zijn voor onze samenleving hier veel minder aanwezig lijken. Dromen, introspectie, zwijgen en traagheid mogen net zo goed.
Dat viel me ook op in de Bijzondere Schoolbijeenkomst gisteren. Op sommige momenten nam de Voorzitter echt de tijd om na te denken over haar volgende tussenkomst. Het was soms secondenlang stil voor ze een volgende spreker aanduidde of reageerde op wat iemand zei. Voor een volle zaal leek ze niet het gevoel te hebben dat er van haar werd verwacht dat ze zonder enige aarzeling functioneerde.

Mensen lijken ook in geen enkel opzicht het gevoel te hebben dat ze volgens bepaalde voorschriften moeten communiceren. Je komt weinig sociaal normgedrag tegen onder de vorm van automatische glimlachjes, uitgesproken voorkomendheid of beleefdheid of verbale bevestigingen. Daardoor lijkt het op het eerste gezicht alsof er minder vriendelijkheid is dan elders, alsof mensen je in interacties niet tegemoetkomen. Anderzijds weet je dat je niet naar facades zit te kijken en dat ook jij je niet in bochten hoeft te wringen. In Sudbury Valley heerst een ander soort vriendelijkheid: de vriendelijkheid van authenticiteit in plaats van de vriendelijkheid die ons door socialisatie is aangeleerd.

Nog zoiets: mensen kunnen hier om met feedback. Door het juridisch systeem van de school moet iedereen dit wel leren, vermits elke student, elk staflid wel eens een klacht krijgt en voor het aangeklaagde gedrag verantwoording moet afleggen. Maar ook buiten het Juridisch Comite heerst diezelfde houding. Twee voorbeelden: een jongen krijgt van medestudenten en een staflid te horen dat ze niet konden waarderen dat hij niet opdaagde op een afspraak met hen. Een staflid zegt een meisje dat een beker yoghurt staat op te lepelen dat ze niet mag eten in de ruimte waar ze zich bevindt. In beide gevallen viel het mij op dat op het gezicht van de student geen enkele spanning of weerstand af te lezen viel. Ze namen de boodschap in ontvangst, putten zich niet uit in excuses en rebelleerden evenmin.

Het doet mij besluiten dat Sudbury-onderwijs algemeen gesproken sterke, stabiele mensen aflevert, mensen zonder veel uiterlijke poespas of schijn, met een natuurlijke vriendelijkheid en authenticiteit.

dinsdag 14 april 2009

Sudbury Valley in de headlines

Dag 2 in Sudbury Valley School werd helemaal gekleurd door een uitzonderlijke gebeurtenis. Ik had er al over gehoord op dag 1, maar de volledige impact ervan drong nu pas goed tot me door. Een week geleden werd in de school op klaarlichte dag een dure en gloednieuwe laptop van een student gestolen. Er waren in het 41-jarige bestaan van de school occasioneel momenten dat dingen spoorloos verdwenen, op een plek waar geen afgesloten ruimtes zijn en iedereen de hele dag vrij kan bewegen behoort dat nu eenmaal tot de mogelijkheden. Maar nu ging het niet alleen om een bijzonder waardevol voorwerp, de schoolgemeenschap werd ook geraakt in 1 van haar fundamenten. Wat was er gebeurd? Na een eigen onderzoek van de student en een politie-onderzoek werden er twee arrestaties verricht: een student van de school stal de laptop, een voormalig student probeerde hem te verpatsen via het internet, wetende dat het om gestolen waar ging. Het nieuws haalde de voorpagina van een regionale krant en veroorzaakte grote opschudding in Sudbury Valley zelf.
Er werd besloten een uitzonderlijke en verplichte Schoolbijeenkomst te houden om de zaak te bespreken. 13 april, 11u: 'the barn', een prachtig gerestaureerde schuur, stroomt langzaam helemaal vol. Een studente gaat vooraan op een platformpje op de Voorzittersstoel zitten. In Sudbury Valley is Voorzitter van de Schoolbijeenkomst een verkozen functie en is het zowat altijd een student die deze grote verantwoordelijkheid op zich neemt. Er gaat een enorme kracht uit van die groep van zowat 160 mensen, van kleine ukken over aankomende tieners tot boomlange adolescenten en het occasionele grijzende hoofd van een staflid ertussen. Een indruk die nog versterkt wordt doordat alle namen worden afgeroepen en iele stemmetjes en gewone stemmen en diepe bassen 1 na 1 'present' of 'yes' zeggen. Het is duidelijk dat er grote waarde aan wordt gehecht dat elk lid van de gemeenschap hierbij aanwezig is.
Een volledig verslag van de vergadering die uiteindelijk 2 uur duurde gaat deze blog te boven, maar dit bleef bij mij hangen: de enorme waardigheid waarmee iedereen, van jong tot oud, zich uitsprak, de discipline in de vergadering, die op geen enkel moment chaotisch was zonder dat je een indruk van al te grote strakheid kreeg, het feit dat hoewel de emoties duidelijk oplaaiden er geen uitbarstingen waren, het feit dat kinderen van 4 of 5 jaar in staat waren dit, weliswaar wriemelend op hun stoel maar zonder heibel, uit te zitten en de efficientie waarmee de Voorzitter en de hele gemeenschap tot besluiten kwamen.
Er werd besloten dat de student die de laptop stal voorgoed uit de school verwijderd wordt en de ex-student die hem trachtte te verkopen zich nooit meer op het schoolterrein kan vertonen. Behalve dat waren er geanimeerde discussies over de vraag of het nodig is om sloten te introduceren in de school en of er een procedure komt waardoor in het geval dat kostbaar materiaal gestolen wordt onmiddellijk een zoekactie kan ingesteld worden waarbij de persoonlijke spullen van studenten kunnen worden doorzocht. Over die laatste kwestie moet de Schoolbijeenkomst zich over een paar dagen uitspreken. Als je door de bril kijkt van het reguliere onderwijs lijken dit wellicht onderwerpen waar een schoolbestuur doodgewoon een beslissing in moet nemen en daarmee is de kous af. Wat de sloten-kwestie betreft, die zou in een gewone school sowieso irrelevant of absurd lijken. In Sudbury Valley School maakt het heel veel los, want het gaat over 1 van de fundamentele waarden van de school, namelijk vertrouwen. Sommige mensen gingen zover om te beweren dat sloten op deuren zetten gelijk zou staan met het ondergraven van alles waar de school voor staat.
Na de vergadering stroomde iedereen naar adem happend naar buiten onder een stralend lentezonnetje. Een meisje van 15-16 zei dat ze zich niet kon herinneren dat er ooit een verplichte Schoolbijeenkomst was sinds de tijd dat zij 6 was. Toen ik Daniel Greenberg vertelde dat ik onder de indruk was van de volharding waarmee zelfs de jongste kinderen aanwezig waren zei hij: 'Ze zullen zich dit hun hele leven lang herinneren als 'the big meeting'. Ik heb me het weekje wel gekozen om deze school aan te doen, blijkbaar!

Gelukkig was er ook nog wat luchtigers te beleven later op de dag: een frisbeematch, pianospel, gesprekken over de overgang naar de universiteit, over 1001 manieren om eieren klaar te maken, over talen en alfabetten en pinguins en Oosteuropese mythologie.

maandag 13 april 2009

Welkom in Sudbury Valley School, en zoek het verder zelf maar uit

Gisteren kwam ik aan in Framingham, een dag waarover niet zo veel te vertellen valt omdat ik het grootste deel in vliegtuigen en luchthavens doorbracht. Ik deed wat losse indrukken op, die mijn beeld van de VS grotendeels bevestigden: een bumpersticker met 'Abortion stops a beating heart' erop, een bordje in een voortuin 'United we stand', Amerikaanse vlaggen in het straatbeeld, meer dan de helft van de auto's hier zijn SUVs, reusachtige glanzende insecten op de weg, hoog op hun poten. Mijn gastvrouw stelt meteen voor om inkopen te gaan doen en laat me de keuze tussen de megasupermarkt vol 'bad food' waar je 'vooral dikke mensen ziet' en de bio-supermarkt waar 'slanke gezond uitziende mensen rondlopen zoals jij' ;-). Mijn keuze is meteen gemaakt. In de bio-supermarkt krijg ik de bevestiging dat - net als in Vlaanderen - er een soort natuurlijke connectie bestaat tussen democratisch onderwijs, ecologie, gezonde voeding en bewust leven: een gesprekje met de kassierster dat start met 'How are you today?' en uitdraait op wat ik hier kom zoeken eindigt met haar verraste uitroep dat haar tienerzoon en -dochter school lopen in Sudbury Valley School. Ik stap de supermarkt uit met een papieren zak vol gezond spul en het telefoonnummer van de kassierster/Sudbury-Valley-ouder die graag een praatje wil maken.

En vandaag dan dag 1 in Sudbury Valley School, en ik heb geen idee waar te beginnen met mijn relaas of hoe deze dag netjes samen te vatten. Het begon met een huurauto die ik eerst moest oppikken om ter plekke te geraken, openbaar vervoer is namelijk een onbekend fenomeen in dit voorstadje van Boston. Na een spoedcursus 'hoe rijd ik met een automatische koppeling?' tuf ik traagjes en even gefocust als een python klaar voor de aanval naar Sudbury Valley. Zonder brokken maar boordevol adrenaline.

Ik word onthaald door Daniel Greenberg, stichter en al 40 jaar boegbeeld van de school. Zonder veel poespas word ik wandelen gestuurd met de boodschap mijn ogen de kost te geven en me te gedragen als een vlieg op de muur, iedereen meteen lastig vallen met eindeloze vragen is uit den boze. Oh ja, nog 1 ding: om 11u MOET ik het Juridisch Comite bijwonen, daar valt niet onderuit te komen, maar sowieso ben ik erg nieuwsgierig naar hoe dat werkt. Mijn ervaring met 2 jaar Leerhuis Brussel heeft me namelijk met veel vallen en opstaan geleerd dat het Juridisch Comite 1 van de speerpunten van een Sudbury-school is en dat het ontzettend moeilijk is om ervoor te zorgen dat dit orgaan, dat regelovertredingen en conflicten behandelt, fair en naar behoren functioneert.
Het is bijzonder rustig het eerste uur, de meeste studenten druppelen pas vanaf half 10u of 10u binnen, de tieners nog later. Studenten moeten hier 5u per dag aanwezig zijn, en vermits de school sluit om 17u kan je dus net zo goed vanaf de middag komen. Ik doe een babbel met een staflid dat zelf bij de eerste lichting studenten behoorde in de begintijd van de school. Het feit dat er al een tweede generatie is van mensen zoals hij die in dit soort onderwijs opgegroeid zijn, zorgt ongetwijfeld voor een gezonde continuiteit. Wanneer ik in een wat statige ruimte met donkere boekenkasten tot aan het plafond naar de titels sta te staren, komt Mimsy Sadofsky naar mij toe, boegbeeld nummer 2 en mede-auteur van heel wat publikaties over de school. 'Oh, ik stelde me je helemaal anders voor, ik dacht dat je ouder zou zijn en ronder, waarschijnlijk omdat je 2 O's in je familienaam hebt'. Ach zo ;-). Ik word uitgenodigd om een thesis-comite bij te wonen, een korte vergadering van 2 oudere studenten en 2 stafleden die feedback geven aan een student die dit jaar wil afstuderen en daarvoor een thesis moet schrijven. Sudbury Valley School levert een diploma af dat erin bestaat dat de school oordeelt dat de student klaar is om het volwassen leven in te stappen. Dat bewijst hij/zij door een kort relaas te schrijven van wat hij/zij leerde op de school en hoe dat hem/haar voorbereidde op het leven als volwassene. Er wordt niet licht over gedaan, een diploma krijg je niet automatisch.
Daar zitten we dan, iedereen behalve ik met een kopie voor zich van de eerste tekstversie van de thesis van de student. Wat me al eerder opviel: mensen zijn hier zonder uitzondering zichzelf, non-conformistisch en recht voor de raap. De student in kwestie hangt ontspannen achterover in een stoel, voeten over de leuning van een andere stoel, iedereen geeft commentaar zonder er doekjes om te winden. Even is er discussie of hij niet een stukje moet schrijven over het feit dat hij in zijn tuin thuis 'chipmunks' (hoe heten die beestjes in het Nederlands?) heeft getemd en daardoor tonnen geduld heeft gekweekt. Iedereen is er helemaal voor, dat het buiten schooltijd gebeurde is niet relevant. Dit is 1 van die fascinerende dingen aan Sudbury-onderwijs: dat elk streven, alles wat voor iemand waardevol is om te doen of leren, met respect wordt behandeld, zowel door staf als medestudenten, en dat de waarde ervan wordt onderkend. Of het nu aquarelschilderen, paintballen of een frisbee-team oprichten is. Nog een ander voorbeeldje ervan zie ik later op de dag: drie meisjes van een jaar of 5-6 hebben een museum gemaakt in een vergaderruimte. Ze hebben stoelen op een rij gezet tegen de muur en op elke stoel een object tentoongesteld. Sleuteltjes en slotjes van dagboeken, een houten kistje, papiersnippers met vraagtekens erop, ... Wie zin heeft, kan een bezoekje brengen en krijgt een gratis rondleiding in hun museum. 3 opgeschoten tienerjongens worden naar binnen gelokt en maken met de glimlach een toertje, ze voelen zich niet verplicht om kreten van verrukking te slaken, maar evenmin maken ze de meisjes belachelijk of stellen ze spottende vragen.
Maar nu terug naar de thesis-feedback-bijeenkomst. Aan het eind vraag ik de student of ik zijn tekst ook mag lezen. Natuurlijk mag dat. Niet moeilijk doen en niet verlegen zijn over wat je zelf maakt, is blijkbaar ook 1 van die dingen die zowat alle Sudbury-studenten over zich hebben hangen. Ik lees zijn tekst terwijl ik buiten in het zonnetje een broodje eet en het treft mij hoe matuur jongeren hier voor hun leeftijd zijn: op 3 bladzijden krijg ik een filosofie en een verzameling leerervaringen onder ogen die blijk geven van levenslust, realiteitszin, vastberadenheid, en een soort wijsheid die je niet van een 18-jarige verwacht. Zijn besluit komt erop neer dat hij leerde een goed functionerende volwassene in de gemeenschap te zijn door dag na dag te leren een goed functionerend kind in de schoolgemeenschap te zijn. Volwassenheid is voor deze jongen niet de grote stap in het echte leven, het is alleen de voortzetting van waar hij altijd al mee bezig was.

En ja, toen was er Juridisch Comite. Een belevenis waar ik de komende dagen beslist een heel hoofdstukje aan zal wijden, want JC is er elke dag, en ik word ook geacht er elke dag te zijn.

Voor de rest ging de dag op aan kijken, luisteren, kleine en grotere gesprekken, veel momenten van herkenning, verwondering om de magie die ontstaat als kinderen hun eigen gids mogen zijn, verwondering om de evidentie waarmee mensen van alle leeftijden elkaar hier ernstig nemen, en hoe tegelijk kinderen van 4 of 5 al de humor begrijpen van kleine plagerijtjes en vriendelijk gekibbel. Anderzijds is het ook een moeilijke school, zo merk ik zelf. Op sommige momenten van de dag voel ik me wat verloren, en besef ik dat het behoorlijk hard moet zijn als nieuwe student in deze omgeving: niemand neemt je bij het handje, niemand is extra lief voor je, je wordt geacht zelf je plek te veroveren. Ik zie studenten in totale concentratie doen wat ze doen, of het nu praten, lezen, schilderen of een balspel is, maar ik zie er ook wat afwezig rondlopen van de ene ruimte naar de andere, zoekend naar hun plek in het geheel. Ook dat is leren, intensief leren zelfs.