woensdag 18 november 2009

Niet langer 'Sandra goes Sudbury'

Mijn blog krijgt een andere titel. Ik heb er niet lang over nagedacht, eerlijk gezegd. Het is de inspiratie van vanmorgen op de fiets, wind in de bomen en plots de waaiende gedachte dat 'Sandra goes Sudbury' heeft afgedaan. En in één moeite door dat 'En toen was er een heel heel andere school ...' de lading zoveel beter dekt. Een snelle denker ben ik niet, maar alles bij elkaar was het op een halve minuut afgehandeld.

'Sandra goes Sudbury', de reis naar Sudbury Valley School waarmee deze blog een goed half jaar geleden begon, ligt achter me. Misschien keer ik nog wel eens terug, dat valt nu niet te voorspellen. En ik kan ook niet beweren dat ik mentaal alsmaar weer op weg blijf naar het Sudbury-concept, als naar een bedevaartsoord dat je na een lange moeizame tocht op de knieën bereikt. Het Leerhuis gaat vooral zijn eigen weg, zonder voorafbepaalde eindbestemming, dus daarop kan de titel ook niet echt slaan.

Maar ik sta wel 100 % middenin de levendige realiteit van de school. 'En toen was er een heel heel andere school...', dat heeft de directheid en dynamiek van een gelukte goocheltruc. Het Leerhuis is er: enig ellebogenwerk en 'maak plaats, Systeem, schuif een eindje op, wij zijn er ook'. Klinkt die 'en toen was er ...' te veel als een sprookje? Wel, dat is het ook. Maar dan de échte sprookjes, en niet de stukgeromantiseerde Disney-versies. De sprookjes die ons zonder flauwe zoetsappigheid alles voorspiegelen wat 'des levens' en 'des mensen' is: goed, kwaad en alles daar tussenin, liefde, geluk en brute ellende, toeval en simpele pech en lang haar dat geknipt wordt.

dinsdag 17 november 2009

nieuwe computer?

Vandaag even een babbel gehad met 2 studenten over de aanschaf van een nieuwe computer. Om je een beeld te geven: studenten van het mannelijk geslacht, leeftijd 12+, eerste groeischeut achter de rug. Kortom, grote kans dat ze binnen de doelgroep 'intensieve computergebruikers' vallen. En dat doen ze ook. Bovendien staan er op computergebruik geen restricties in het Leerhuis, behalve dan de beperking dat alle studenten en stafleden het recht hebben om de beschikbare computers te gebruiken en er voortdurend afspraken worden gemaakt die iedereen daartoe een gelijke kans bieden. Dit duo brengt dus flink wat schooltijd voor een computerscherm door. Het is zelden of nooit een solitaire activiteit: aan één stuk door is er een voor een leek als ik ondoorgrondelijke uitwisseling aan de gang over skills, stamina, levels en alles wat er op de schermen gebeurt.
Maar dit terzijde en enkel om te illustreren dat mijn gesprekspartners over een degelijke expertise beschikken om de eventuele aanschaf van een nieuwe computer te helpen voorbereiden. Na wat surfen en discussiëren over eigenschappen, budgetten en de esthetiek van on/off-knopjes op computerschermen, gaat het gesprek over op meer filosofische kwesties.

Zal de wekelijkse Schoolbijeenkomst een voorstel tot aankoop goedkeuren?
Gaat het om meer dan de vraag of de aankoop binnen het schoolbudget past?
Met andere woorden: is het ook daadwerkelijk een goed idee om het aantal computers op school te vergroten?
Is het ok als de gemeenschap ervoor zorgt dat studenten nog onbeperkter dan nu het geval is tijd voor een computerscherm kunnen doorbrengen?
Dat ze minder dan nu het geval is hun computergebruik zullen afwisselen met andere activiteiten en interactie met de rest van de schoolgemeenschap?
Klopt het om via het afwijzen van een voorstel tot aankoop te proberen om studenten ertoe te bewegen minder tijd voor een computer door te brengen?

Het antwoord van het duo op al die vragen is kort en eenvoudig: ja, het is een prima idee om nog een computer aan te kopen, de mate waarin computers op school gebruikt worden rechtvaardigt dat volkomen. Bovendien houdt het schoolconcept in dat studenten niet beïnvloed, gestimuleerd of gemanipuleerd worden om bepaalde activiteiten meer of minder te beoefenen. ('Pfoeh, gelukkig maar, geweldig toch!).

We gaan over op de vraag of heel intensief computergebruik een soort verwijdering van de realiteit inhoudt, of het een manier is om minder in het reële leven aanwezig te zijn en, indien ja, of de schoolgemeenschap daaraan bijdraagt door meer computers op school te voorzien.
Het duo heeft intussen een volgend game-rondje aangevat, maar multi-tasken is voor hen geen probleem, dus er kan nog net een antwoord af. 'Ja hoor, computeren is 100 % buiten de realiteit zijn en dat is net prima. Het reële leven is interessant, maar vooral om te bekijken, niet om zelf in opgenomen te zijn.' Ze zeggen het op de grappen-en-grollende manier eigen aan hun leeftijd ('vooral geen serieuze gesprekken, please!'), maar ergens menen ze het ook wel een beetje, vermoed ik.

Dus daar blijf ik achter met de existentiële kwestie over het aankopen van een computer. Als we 'realiteitszin', niet voor niets één van de leidende principes van de school, voor ogen houden, dan komt-ie er. De eenvoudige realiteit die ieder mens van goede wil kan vaststellen dat computeren voor het gros van de kinderen en jongeren een essentieel deel van hun leven is, dat het een belangrijke bron van informatie, van kennisopname, van sociale interactie is. Meer nog, denk ik, is het hun instrument van maatschappelijke constructie. Daarmee bedoel ik: hét instrument waarmee ze zich de wereld en het leven van nu en later eigen maken, een wereld en leven die anders zijn en zullen zijn dan die van hun grootouders en ouders. Elke tijd heeft zo zijn instrumenten van maatschappelijke constructie en steevast is het de jeugd die ze hanteert. En steevast stuiten ze op wantrouwen en angst bij de oudere generaties die de nieuwe instrumenten niet als zodanig herkennen en 1000 redenen kunnen vinden waarom ze niet valabel, of zelfs ronduit schadelijk, zijn. Uiteindelijk komt het altijd weer neer op dat ene: hebben we vertrouwen in onze jongeren of niet? Geven we ze de ruimte of nemen we die houding aan die van alle tijden is en kankeren we op alles wat zogenaamd verloren is gegaan nu onze eigen generatie niet langer 'de jeugd van tegenwoordig' is?
Wat het Leerhuis betreft is het alledaagse antwoord dat die computer er komt, volgens mij. Wat het duo erover denkt, hoef ik niet meer te dubbelchecken.