vrijdag 14 juni 2013

Lesje democratie in het Vlaams Parlement

Bezoekersbalie van het Vlaams Parlement, Brussel: in ruil voor het tonen van onze identiteitskaart krijgen wij - 5 studenten en 1 staflid van het Leerhuis, collega's van Sudbury School Gent en huisonderwijzers - een naamsticker opgeplakt en mogen we aanwezig zijn bij een vergadering van de Commissie Onderwijs van het Parlement. We zijn er om met argusogen toe te kijken bij de bespreking van Onderwijsdecreet 23. Genummerde decreten zijn een jaarlijks terugkerend fenomeen in de onderwijswereld en zijn bedoeld om eerder technische zaken te regelen en zo een vlot verloop van het volgende schooljaar te garanderen. Dit jaar zit er ook een hoofdstukje 'huisonderwijs' in. Volgens de ontwerptekst zullen particuliere scholen als Het Leerhuis voortaan onder het huisonderwijs vallen en bovendien worden de criteria voor huisonderwijs een pak strenger met verplichte opgave van leerplannen aan het begin van het schooljaar, verplichte deelname aan en zelfs verplicht slagen voor staatsexamens op bepaalde leeftijden. De stok achter de deur voor wie dit verzuimt: verplicht opnieuw inschrijven in erkend en gesubsidieerd onderwijs. Er hoeft geen tekeningetje bij: voor een Sudbury-school komt dit aan als een regelrechte aanval op de aanpak en het concept van de school. En dus zijn we in verenigd front - Sudbury-scholen en huisonderwijzers - aan de alarmbel gaan hangen: bezoeken en telefoontjes aan de Kinderrechtencommissaris, parlementairen, inspectie, ... Om ten slotte zichtbaar aanwezig te zijn bij het wetgevende werk in het Parlement. 14u en de vergadering wordt geacht te beginnen. Er is nog maar nauwelijks leven te bespeuren in de zaal, behalve dan op de bezoekersstoelen die in ijltempo vol raken. Langzaam komen commissieleden, voorzitter en minister binnendruppelen. Rond 14.10u beginnen leden van de oppositie zich op te winden: er zijn amper leden van de meerderheidspartijen aanwezig, er wordt gemopperd over respect en over het last minute schrijven van amendementen waar andere leden pas tijdens de vergadering kennis van kunnen nemen. De minister begint driftig te bellen, allicht om z'n partijgenoten tot spoed aan te manen. In de buurt van half drie komt de vergadering eindelijk op gang. De leden mogen eerst algemene commentaar geven op het decreet, waarna de minister zal reageren, daarna zal er punt per punt worden gewerkt. De meeste kritiek is er op inhoud en tijdstip van het decreet: bedoeld om technische kwesties te regelen, maar eigenlijk gaat het veel verder en wordt er flink wat inhoud en beleid binnengesmokkeld, bovendien snel-snel aan het einde van het schooljaar en net voor het zomerreces van het Parlement. Iemand noemt het een 'rommeldecreet', een ander heeft het suggestief over 'doen we het half of doen we het niet?'. Het wordt af en toe flink bitsig, met ironische sneren over en weer tussen leden van meerderheid en oppositie, maar helderheid over wat kan en niet in een genummerd decreet komt er niet. Je kan je zo voorstellen dat over exact een jaar hetzelfde stukje wordt opgevoerd over Onderwijsdecreet 24. Gelukkig ... is er koffie, die de hele tijd gul wordt opgeschonken door een legertje zaalwachters. We zitten intussen te popelen op onze stoelen tot het echte werk begint en er eindelijk 'ns wat over het huisonderwijs zal worden gezegd, want daarvoor kwamen we. Rond 15.30u is het eindelijk zo ver. Ons lobbywerk heeft wat opgeleverd want enkele leden van de oppositie doen het radicale voorstel om het hele luik huisonderwijs uit het decreet te lichten: er is te weinig overleg geweest met de doelgroep, de tekst is onvoldragen, er is te weinig aandacht geweest voor het advies van de Kinderrechtencommissaris, 'ja, er is een nieuwe regeling voor het huisonderwijs nodig, maar er wordt met een kanon op een mug geschoten', het huisonderwijs verdient aparte aandacht, ... De minister gaat daar radicaal tegenin: dat iedereen heeft vastgesteld dat huisonderwijs in de lift zit, dat hem is gevraagd om actie te ondernemen en hij dat heeft gedaan. Is de voorgestelde regeling overdreven? Nee, het komt erop neer dat examens afleggen en indien nodig verplicht worden om opnieuw in een gesubsidieerde school in te schrijven in het belang van het kind is en wie in die benadering niet meegaat, bezondigt zich aan schuldig verzuim. Hij heeft bovendien wel degelijk overleg gepleegd, 'met mensen die het goed menen' en hij kan niet aan elk huisonderwijsgezin en elke particuliere school gaan vragen of ze het goed vinden. Nu ja. Vanuit de meerderheid komt een amendement om de instap in huisonderwijs minder streng te regelen dan in de ontwerptekst staat. Dat lijkt ons een bescheiden hoeraatje waard, in stilte natuurlijk, want als bezoeker word je niet geacht je op wat voor manier dan ook te uiten. Dit in tegenstelling tot de commissieleden, die blijkbaar wel aan ongeremde zelfexpressie mogen doen. Er hangt in de zaal een constant laag geroezemoes als achtergrond bij wie op dat moment het woord heeft, wat het soms moeilijk maakt om de spreker te verstaan. Er zijn opgeklapte laptops, er worden e-mails verstuurd, er wordt gesmartphoned, er worden cadeautjes uitgepakt op de laatste rij (reisgidsje Berlijn, leuk zeg!), ... Bovendien blinken de deelnemers evenmin uit in respect voor elkaar. Behalve dat er door alle randbezigheden weinig naar elkaar lijkt te worden geluisterd, zijn er cynische commentaren, suggestieve opmerkingen ('ik zal dat even met u regelen vanuit Brazilië, in de jacuzzi', dixit de minister tegen een vrouwelijk parlementslid), verbaal gehakketak, praten terwijl je niet aan het woord bent, ... Het kan blijkbaar allemaal. Wat ons tot enige reflectie brengt over de manier waarop we zelf democratie bedrijven in onze eigen school. Praat je in onze wekelijkse Schoolbijeenkomst terwijl je niet het woord hebt gekregen, dan wijst de voorzitter (in het Leerhuis is die 17) je daarop. Maak je een snerende opmerking naar een andere deelnemer, dan zal daar geheid iemand op reageren en om respect vragen. Zit je stiekem op je smart phone of ander tuig te tokkelen, dan is er altijd wel iemand die daarop wijst. Er wordt over gewaakt dat punt per punt op de agenda netjes wordt afgewerkt en het verloop niet chaotisch wordt. Als iets een probleem blijkt, wordt het ofwel uitgepraat of wordt er een vervolg aan gegeven onder de vorm van een apart werkgroepje of een vervolggesprek. Het is dus niet om een lesje in democratie te leren dat we naar het Vlaams Parlement moeten afzakken. Maar goed, het ging om het onderwijsdecreet 23. Na zo'n uur of twee houden we het voor bekeken. Over huisonderwijs zal er voorlopig niet verder worden gepraat en stemming lijkt er voor deze vergadering ook nog niet in te zitten. Nog een vaststelling: het lijkt erop dat huisonderwijs en particuliere scholen door velen worden beschouwd als 'de afwijking van de norm', een keuze die tijdelijk wordt gemaakt om een voor een kind problematische situatie te verlichten. Dat het ook een welbewuste keuze en een volwaardig alternatief naast het erkende onderwijs kan zijn voor de volledige schoolcarrière van een kind, daar wordt niet echt van uitgegaan. We passeren opnieuw langs de bezoekersbalie - alle naamstickers moeten zonder uitzondering weer worden ingeleverd! - , bespreken de verdere strategie en gaan elk onze weg. Een paar illusies armer over de manier waarop in een democratische staat politiek wordt bedreven. Maar ook met enige pragmatische nuchterheid: binnen onze eigen scholen kunnen we het anders aanpakken, en gelukkig zijn sommige politici alvast aanspreekbaar, luisterbereid, open voor onze zaak en bereidwillig om zich in te spannen voor een betere regeling dan wat nu op tafel ligt. Daar stellen we dus onze hoop op en spannen we ons verder voor in.

donderdag 8 november 2012

Blogs en breaks

Blogs. Zo talrijk zijn zij die zich eraan wagen dat het bijna relevanter is je af te vragen wie er nog geen heeft en waarom dan in vredesnaam niet. Frisse moed bij de start: ja hoor, ik hou het heus wel vol. Ja hoor, ik heb vast om de paar dagen iets te melden. Nee dus. Deze blog over het Leerhuis heeft intussen zowat anderhalf jaar stilgelegen. En dat gaat plots knagen. Hij was echt wel relevant, toen, bij de start, toen een bezoek aan Sudbury Valley School hem op gang trok. En daarna ook nog, toen het verder ging over de concrete dagelijkse realiteit van het Leerhuis. Tot de writer's block kwam. Of eerder: writer's break. Maar breaks kunnen eindigen. Bij deze. Verwacht dus weer nieuwe berichten op 'En toen was er een heel heel andere school'. Beloofd! Binnenkort!

woensdag 12 mei 2010

Grote meneer over onderwijzen en leren

Het is altijd leuk als je merkt dat je eigen gedachten, visie, overtuigingen gedeeld worden. Zeker als de manier waarop je de dingen ziet niet bepaald mainstream kan genoemd worden. En al helemaal wanneer de persoon die verwoordt wat jij ook ervaart en denkt:
- niet tot het kleine wereldje behoort van gelijkgestemden waarin je zelf vertoeft
- geldt als een autoriteit op één of ander gebied
- jouw overtuigingen van vandaag al decennia geleden haarscherp heeft neergeschreven.
Wat mezelf betreft is dat het geval met Carl Rogers, Amerikaans psycholoog, psychotherapeut, docent en grondlegger van de client-centered therapie. Hoedje af voor de authentieke manier waarop hij zijn overtuigingen over psychologie, mens worden, leren, baseert op een persoonlijk levenslang leerproces en zonder enige schroom om van een eventueel academisch voetstuk te vallen die diepste overtuigingen deelt.
Maar, laat ik Rogers maar voor zichzelf laten spreken. De citaten komen uit 'Mens worden: een visie op persoonlijke groei'. Ook 'Leren in vrijheid' van zijn hand is erg de moeite waard. Allebei bijna 50 (!) jaar geleden gepubliceerd.


'Ik heb de indruk dat alles wat aan een ander onderwezen kan worden van betrekkelijk weinig belang is en weinig of geen invloed van betekenis op het gedrag heeft.'

'Ik word me er steeds meer van bewust dat ik alleen maar belang stel in een vorm van leren die een beduidende invloed heeft op het gedrag.'

'Ik heb het gevoel gekregen dat het enige wat men werkelijk leert en wat het gedrag beduidend beïnvloedt, datgene is wat men zelf ontdekt en wat men zichzelf eigen maakt. Dergelijke zelf-ontdekte verworvenheden, waarheden die men zich persoonlijk eigen gemaakt heeft en die men in zijn ervaring opgenomen heeft, kunnen niet rechtstreeks aan een ander meegedeeld worden. Zodra iemand een dergelijke ervaring rechtstreeks probeert mee te delen, vaak met een heel natuurlijk enthousiasme, wordt dat onderwijzen en zijn de resultaten onbelangrijk.'

'Als een gevolg van het bovenstaande word ik me ervan bewust dat ik er geen belangstelling meer voor heb leraar te zijn.'

'Wanneer ik nog een enkele keer probeer te onderwijzen, dan schrik ik vooral van de gevolgen wanneer dat onderwijs werkelijk schijnt aan te slaan. Als dat namelijk het geval is, ontdek ik dat de resultaten meestal schade aanrichten. Het leidt ertoe dat de student zijn eigen ervaring gaat wantrouwen en dat het echt zinvolle leren belemmerd wordt. Vandaar dat ik tot de overtuiging ben gekomen dat de resultaten van onderwijs of onbelangrijk of schadelijk zijn.'

'Als gevolg daarvan word ik me ervan bewust dat het me alleen maar belang inboezemt iemand te zijn die zelf iets leert, die dan bij voorkeur dingen leert te begrijpen die er werkelijk toe doen, dingen die een zinvolle invloed hebben op mijn eigen gedrag.'

'Ik vind leren erg de moeite waard, in groepen, in een relatie met een enkeling zoals bij een therapie, of in mijn eentje.

[...] wanneer de ervaringen van anderen net eender waren als de mijne en wanneer die anderen daarin soortgelijke betekenissen ontdekt hadden als ik, dan zou dit een heleboel gevolgen hebben:
Een dergelijke ervaring zou inhouden dat we het onderwijs moeten afschaffen. De mensen zouden wel vrijwillig bij elkaar komen als zij iets wilden leren.
We zouden examens moeten afschaffen. Die meten alleen maar de onbelangrijke vorm van leren.
Het zou ook inhouden dat we het cijfers geven en het klassikale schoolsysteem om dezelfde reden moesten afschaffen.
We zouden academische titels en dergelijke als competentiemaat moeten afschaffen, gedeeltelijk om dezelfde reden. Een andere reden is dat een diploma een eindpunt of afsluiting van iets markeert, terwijl iemand die echt wil leren en studeren alleen maar belang stelt in het voortgaande leerproces.
Het zou betekenen dat we het vastleggen van definitieve wetenschappelijke conclusies moesten afschaffen omdat we zouden beseffen dat niemand iets van betekenis uit dode conclusies leert.'

woensdag 18 november 2009

Niet langer 'Sandra goes Sudbury'

Mijn blog krijgt een andere titel. Ik heb er niet lang over nagedacht, eerlijk gezegd. Het is de inspiratie van vanmorgen op de fiets, wind in de bomen en plots de waaiende gedachte dat 'Sandra goes Sudbury' heeft afgedaan. En in één moeite door dat 'En toen was er een heel heel andere school ...' de lading zoveel beter dekt. Een snelle denker ben ik niet, maar alles bij elkaar was het op een halve minuut afgehandeld.

'Sandra goes Sudbury', de reis naar Sudbury Valley School waarmee deze blog een goed half jaar geleden begon, ligt achter me. Misschien keer ik nog wel eens terug, dat valt nu niet te voorspellen. En ik kan ook niet beweren dat ik mentaal alsmaar weer op weg blijf naar het Sudbury-concept, als naar een bedevaartsoord dat je na een lange moeizame tocht op de knieën bereikt. Het Leerhuis gaat vooral zijn eigen weg, zonder voorafbepaalde eindbestemming, dus daarop kan de titel ook niet echt slaan.

Maar ik sta wel 100 % middenin de levendige realiteit van de school. 'En toen was er een heel heel andere school...', dat heeft de directheid en dynamiek van een gelukte goocheltruc. Het Leerhuis is er: enig ellebogenwerk en 'maak plaats, Systeem, schuif een eindje op, wij zijn er ook'. Klinkt die 'en toen was er ...' te veel als een sprookje? Wel, dat is het ook. Maar dan de échte sprookjes, en niet de stukgeromantiseerde Disney-versies. De sprookjes die ons zonder flauwe zoetsappigheid alles voorspiegelen wat 'des levens' en 'des mensen' is: goed, kwaad en alles daar tussenin, liefde, geluk en brute ellende, toeval en simpele pech en lang haar dat geknipt wordt.

dinsdag 17 november 2009

nieuwe computer?

Vandaag even een babbel gehad met 2 studenten over de aanschaf van een nieuwe computer. Om je een beeld te geven: studenten van het mannelijk geslacht, leeftijd 12+, eerste groeischeut achter de rug. Kortom, grote kans dat ze binnen de doelgroep 'intensieve computergebruikers' vallen. En dat doen ze ook. Bovendien staan er op computergebruik geen restricties in het Leerhuis, behalve dan de beperking dat alle studenten en stafleden het recht hebben om de beschikbare computers te gebruiken en er voortdurend afspraken worden gemaakt die iedereen daartoe een gelijke kans bieden. Dit duo brengt dus flink wat schooltijd voor een computerscherm door. Het is zelden of nooit een solitaire activiteit: aan één stuk door is er een voor een leek als ik ondoorgrondelijke uitwisseling aan de gang over skills, stamina, levels en alles wat er op de schermen gebeurt.
Maar dit terzijde en enkel om te illustreren dat mijn gesprekspartners over een degelijke expertise beschikken om de eventuele aanschaf van een nieuwe computer te helpen voorbereiden. Na wat surfen en discussiëren over eigenschappen, budgetten en de esthetiek van on/off-knopjes op computerschermen, gaat het gesprek over op meer filosofische kwesties.

Zal de wekelijkse Schoolbijeenkomst een voorstel tot aankoop goedkeuren?
Gaat het om meer dan de vraag of de aankoop binnen het schoolbudget past?
Met andere woorden: is het ook daadwerkelijk een goed idee om het aantal computers op school te vergroten?
Is het ok als de gemeenschap ervoor zorgt dat studenten nog onbeperkter dan nu het geval is tijd voor een computerscherm kunnen doorbrengen?
Dat ze minder dan nu het geval is hun computergebruik zullen afwisselen met andere activiteiten en interactie met de rest van de schoolgemeenschap?
Klopt het om via het afwijzen van een voorstel tot aankoop te proberen om studenten ertoe te bewegen minder tijd voor een computer door te brengen?

Het antwoord van het duo op al die vragen is kort en eenvoudig: ja, het is een prima idee om nog een computer aan te kopen, de mate waarin computers op school gebruikt worden rechtvaardigt dat volkomen. Bovendien houdt het schoolconcept in dat studenten niet beïnvloed, gestimuleerd of gemanipuleerd worden om bepaalde activiteiten meer of minder te beoefenen. ('Pfoeh, gelukkig maar, geweldig toch!).

We gaan over op de vraag of heel intensief computergebruik een soort verwijdering van de realiteit inhoudt, of het een manier is om minder in het reële leven aanwezig te zijn en, indien ja, of de schoolgemeenschap daaraan bijdraagt door meer computers op school te voorzien.
Het duo heeft intussen een volgend game-rondje aangevat, maar multi-tasken is voor hen geen probleem, dus er kan nog net een antwoord af. 'Ja hoor, computeren is 100 % buiten de realiteit zijn en dat is net prima. Het reële leven is interessant, maar vooral om te bekijken, niet om zelf in opgenomen te zijn.' Ze zeggen het op de grappen-en-grollende manier eigen aan hun leeftijd ('vooral geen serieuze gesprekken, please!'), maar ergens menen ze het ook wel een beetje, vermoed ik.

Dus daar blijf ik achter met de existentiële kwestie over het aankopen van een computer. Als we 'realiteitszin', niet voor niets één van de leidende principes van de school, voor ogen houden, dan komt-ie er. De eenvoudige realiteit die ieder mens van goede wil kan vaststellen dat computeren voor het gros van de kinderen en jongeren een essentieel deel van hun leven is, dat het een belangrijke bron van informatie, van kennisopname, van sociale interactie is. Meer nog, denk ik, is het hun instrument van maatschappelijke constructie. Daarmee bedoel ik: hét instrument waarmee ze zich de wereld en het leven van nu en later eigen maken, een wereld en leven die anders zijn en zullen zijn dan die van hun grootouders en ouders. Elke tijd heeft zo zijn instrumenten van maatschappelijke constructie en steevast is het de jeugd die ze hanteert. En steevast stuiten ze op wantrouwen en angst bij de oudere generaties die de nieuwe instrumenten niet als zodanig herkennen en 1000 redenen kunnen vinden waarom ze niet valabel, of zelfs ronduit schadelijk, zijn. Uiteindelijk komt het altijd weer neer op dat ene: hebben we vertrouwen in onze jongeren of niet? Geven we ze de ruimte of nemen we die houding aan die van alle tijden is en kankeren we op alles wat zogenaamd verloren is gegaan nu onze eigen generatie niet langer 'de jeugd van tegenwoordig' is?
Wat het Leerhuis betreft is het alledaagse antwoord dat die computer er komt, volgens mij. Wat het duo erover denkt, hoef ik niet meer te dubbelchecken.

vrijdag 9 oktober 2009

Deze week gehoord in het Leerhuis

Deze week gehoord in het Leerhuis:
- 'Recht is toch wel ongelooflijk interessant. Ik denk dat ik later rechten ga studeren'.
Context: Juridisch Comité, dat soms moeizaam verloopt omdat mensen heel hard aan het leren zijn om er de juiste toon en houding te vinden, om de nodige zelfbeheersing aan de dag te leggen, om fair te werk te gaan en persoonlijke gevoelens ten opzichte van anderen niet te laten meespelen in beslissingen. Bovendien wordt er buiten de zittingen veel gepraat over hoe de werking kan verbeteren, waar er moet gesleuteld worden aan regels en hoe die regels dan wel moeten geformuleerd worden.
In die context deed één van de studenten bovenstaande uitspraak. En plots ging ik me afvragen op welke gronden andere jongeren besluiten om rechten te gaan studeren. Welke concrete ervaring hebben zij met recht waardoor ze zulke studiekeuze maken? Rechten leek mij altijd de studie die ondernomen werd door jongeren die het op hun 18e nog niet goed wisten, de studie die overbleef wanneer het lijstje met mogelijkheden helemaal afgestreept was en alleen nog dat overbleef, de studie die 'nooit verloren is want je kan er veel kanten mee op'. Hoe anders is dan de keuze van de Leerhuis-student die zo gepassioneerd is geraakt door de concrete ervaring van het handhaven van orde en het toepassen van recht in een gemeenschap waarvan hij zelf deel uitmaakt dat hij er misschien wel jaren studie aan wil wijden.

- 'Ik vind deze discussie heel interessant dus ik wil er nog mee doorgaan'.
Context: Schoolbijeenkomst, iemand heeft de vraag geopperd of we de discussie over een bepaald punt kunnen afsluiten en tot stemming overgaan. Een student vindt van niet. Een hele lange tijd in de beginperiode van het Leerhuis waren discussies in de Schoolbijeenkomst dikwijls een zaak van volwassenen. Stafleden leverden enorm veel input, vanuit de noodzaak om de school op te bouwen, terwijl studenten het vaak 'geen punt' vonden, zich erg gingen vervelen, de Schoolbijeenkomst verlieten of erop aandrongen dat ze zo kort mogelijk zou zijn. Intussen is dat dus veranderd, en is de Schoolbijeenkomst meer dan eens het moment in de week waarop intens wordt gedacht en gepraat over hoe onze school in elkaar zou moeten zitten. Dat is ook wel eens verschrikkelijk vermoeiend: met veel jonge deelnemers heeft de Voorzitter er de handen mee vol om iedereen correct aan het woord te laten komen en leren dat een Schoolbijeenkomst niet de gelegenheid is om persoonlijke onderlinge frustraties of meningsverschillen uit te vechten is voor sommigen een harde dobber, maar alles bij elkaar voelt de Schoolbijeenkomst als een plek 'waar dingen gebeuren' en zo hoort het ook voor het belangrijkste beslissingsorgaan van een school.

- 'Ik heb me opgegeven als secretaris omdat ik beter wil leren schrijven'.
Context: Een student heeft zich kandidaat gesteld voor een secretaris-functie en is daarin verkozen door de Schoolbijeenkomst. Die kandidatuur heeft sommigen verbaasd, want ervaringen in een intussen ver verleden in andere scholen hebben bij haar een diepe negatieve indruk nagelaten over schrijven en lezen. Maar plots is de motivatie er wel. Het is treffend hoe mensen die vrij zijn in hun motivatie leerervaringen uitkiezen: secretaris zijn als je moeite hebt met schrijven is een enorme uitdaging en heel wat anders dan schrijfoefeningen maken in een invulboekje of een dictee neerpennen. Maar eigenlijk is zulke keuze ook wel volkomen logisch: mensen willen liefst dingen doen 'die ertoe doen', die een verschil maken, dus willen ze liefst ook leren in een levensechte context, eerder dan in de veel sterielere situatie waarin moeilijkheden in oefeningen worden gesimuleerd.

Er valt veel te horen in het Leerhuis. Soms klapperen je oren ervan, want het is niet altijd zo fraai en hartverheffend. Het doet ook wel eens pijn vanbinnen wat je allemaal hoort. Maar de mooie dingen zijn dan weer heel erg mooi en dus de moeite waard om te delen.

vrijdag 4 september 2009

Zomerslaap?

Deze blog heeft even heel heel heel stil gelegen. 3 maanden stilte, voor een blog komt dat zowat neer op klinische dood. Af en toe vroeg ik me af of ik niet iets 'moest' schrijven. Maar neen, het hoefde niet van mezelf, ik besloot te wachten op de spontane schrijfkriebel en daar is hij weer. Misschien denk je: 'Een blog over een school, toch logisch dat daar in de zomer niet veel in te vertellen valt'. Wel, naar mijn gevoel is er tussen mijn laatste entry en nu heel veel gebeurd.
De maand juni herinner ik me als hectisch en bijzonder zwaar. We hadden een vernieuwd Juridisch Comité met voor het eerst JC-coördinatoren verkozen door de schoolgemeenschap. Op zich een geweldige evolutie, maar verandering kost energie. De coördinatoren ontdekten dat hun taak een grote verantwoordelijkheid inhoudt, dat jongere studenten niet zomaar zonder slag of stoot de verschuiving in hun positie binnen de school aanvaardden, dat stafleden hen soms iets te weinig tijd gunden om in hun rol te groeien (mea culpa) en dat je als coördinator gezegend moet zijn met geduld, wijsheid en mensenkennis. We sloten het jaar af met soms woelige JC-zittingen en een paar schorsingen.
Los daarvan was er nog genoeg wat afgewerkt moest worden, hadden we net voor de start van de zomervakantie een geslaagde bezoekdag en voelde ik de vermoeidheid van een lang schooljaar op me wegen. Eigenlijk crashte ik zowat de zomer in. Toen ik eind juli na een maand heerlijk vakantie houden en uitrusten opnieuw de eerste gedachten richting Leerhuis liet gaan, voelde ik dat mijn 'goesting' op een laag pitje stond. Onrustbarend laag. Ik besloot er niet overheen te walsen, niet meteen te gaan plannen maken voor een nieuw schooljaar, maar wel tot op de bodem van mijn onvrede te duiken. Toen ik weer boven water kwam, was dat met nieuwe energie en heel veel inspiratie.
Het eerste wat ik besefte was dat ik mezelf al jaren aan het investeren ben in het Leerhuis op een manier die fysiek en mentaal ondermijnend is. Vanuit de gedachte 'ik moet de school overeind houden, we moeten groeien, het is nu eenmaal heel veel werk, enz'. Misschien kan ik het vanaf nu het Sudbury-martelaarschap-syndroom (SMS) noemen, zodat ik het beter herken als het nog een keer de kop opsteekt. Ik besloot me van het SMS te ontdoen, ik schreef voor mezelf mijn maximale engagement op, mailde het door aan de collega's en dat was dat. Knop omgedraaid.
Verder liet ik al mijn twijfels toe over het functioneren van de school. Voor de buitenwacht lijkt het waarschijnlijk alsof ik als oprichter en pleitbezorger van het Leerhuis een onwankelbare Sudbury-adept ben, maar er zijn altijd naast de vele magische momenten op school ook momenten geweest dat ik het concept niet zag werken, voor mezelf of voor de studenten. Ik schreef die dan toe aan het feit dat ik tenslotte uit traditoneel onderwijs kwam en nog een pak blokkades in mezelf te overwinnen had, of dat de studenten hun zin en richting in de school nog niet hadden gevonden en alles wel terecht zou komen. Doorheen de zomer raakte ik dat kwijt. Ik kwam tot het besluit dat als het Sudbury-concept - met SVS als grote voorbeeld en de uitgebreide literatuur erover - in plaats van een levendige inspiratie een soort carcan voor me werd, in de zin van 'dit is niet Sudbury, dat kan dus niet in onze school' of 'hier wijken we af van het concept', dat er dan iets grondig fout zat. Hoewel het misschien een beetje paradoxaal lijkt, kon ik tot dat besluit komen door mijn eigen bezoek aan Sudbury Valley. Ik heb een geweldige school zien werken met een team prachtige, bezielde mensen, het was absoluut zoals ik het me had voorgesteld, maar stilaan drong het tot me door: Sudbury is Sudbury en het werkt daar omdat je alle omstandigheden, mensen en andere factoren hebt die je er hebt. SVS is onherhaalbaar, het vertoont de bijzondere kracht van een uniek initiatief. En ik wist plots dat het voor mij niet langer zou werken om na te volgen, te imiteren, discussies te wijden aan wat Sudbury is en wat niet, dat door telkens weer te onderzoeken hoe een van buitenaf ingevoerd concept werkt ik zonder het te beseffen mijn eigen kracht kwijtraakte. Het Leerhuis is niet SVS, onze setting en omstandigheden zijn totaal anders, maar we hebben sterktes en mogelijkheden in huis die we beter zo goed mogelijk benutten. Ik merkte dat het mij ook uitputte alsmaar weer de verdediger van een soort versterkte vesting te zijn: om tegenover onbegrijpende ouders en een licht tot zwaar afwijzende buitenwacht het oh zo moeilijke Sudbury-concept telkens weer te moeten verdedigen en uitleggen. Ik vroeg me af waar ik mee bezig was als zelfs een groot deel van de ouders die zich aangetrokken voelden tot de school of ervoor kozen zoveel moeite hadden om ze te begrijpen.
En dan waren er nog mijn ervaringen met de studenten. Ik heb in die 2,5 jaar school mooie dingen zien gebeuren, maar ook hele zware, emotionele. Natuurlijk hoort dat erbij, het is inherent aan de school dat studenten in confrontatie gaan met zichzelf en zo hun identiteit vormen, maar bij sommige processen had ik twijfels, kreeg ik het gevoel dat er grenzen bereikt werden en dat het schoolconcept ook een kern van hardheid in zich heeft waar ik persoonlijk geneigd ben om meer zorg toe te passen.
Ik begin aan het schooljaar met het verlangen dat de school uitgroeit tot een lerende organisatie: met een sterk fundament dat de basiswaarden bevat waaraan niet zomaar kan worden getornd, en daarnaast met open geest en wijdopen oren, open voor evoluties binnen de schoolgemeenschap, open voor de stem van ouders. En vooral: vrij van de angst om 'niet Sudbury' te zijn en gezegend met het vertrouwen om op en top Leerhuis te zijn.
We zijn het nieuwe schooljaar ingegaan met 'Leerhuis in Reflectie' op de agenda: de komende maanden zal er in de schoolgemeenschap, in het team, met de ouders worden gepraat en nagedacht op welke manier het Leerhuis een betere en sterkere school kan worden. Daarover zal hier zeker meer te lezen vallen.
Als het een zomerslaap was al die stille blog-maanden lang, dan was het zeker een deugddoende!